Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
battologeo̱, ww.; TDNT 1:597,103; Onzekere afleiding: 1) Mogelijk een hybride samenstelling van 1a) het Grieks λόγος G3056 en het Aram. בטל (TWNT; E. Klein, p. 70), i.e. אמר בטלתא "nietszeggende praat" (W. Bauer, p. 273). 1b) van het Hebreeuws בָּטָא H981 "onbezonnen spreken" (H. Cremer, p. 765-766). 2) Van het woord βάττος "stamelen, stotteren" (LSJ; TWNT), vergelijk βατταρίζω "stamelen, stotteren" (Plato, Theaetetus 175). 2a) Anderen denken dat het woord is afgeleid van Battos, een koning van Cyrene, die zou hebben gestotterd en de 'r' niet kon uitspreken (Herodotus Hist. iv.155; Thayer βαττολογέω). 3) Afgeleid van Battus, een auteur van vervelende en wijdlopige gedichten (Thayer βαττολογέω) en waarmee dan vermoedelijk Callimachus (310-240 v.C.) wordt bedoeld die zich Βαττιάδης "zoon van Battus" noemde. Echter deze verklaring klinkt hoogst onwaarschijnlijk.
1) hapax, betekenis niet geheel zeker (Mat. 6:7; Simplicius, in Epictetus 37 †); 1a) stotteren (LSJ βατταρίζω; Thayer βαττολογέω); 1b) in het spreken niet ter zake zijn, zwammen, een omhaal van woorden gebruiken (SBNT; H. Cremer, p. 765-766); 1c) babbelen, kletsen, zwetsen (TWNT).
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
*† βατταλογέω, -ῶ (Rec. βαττολ-, D, βλαττ- = βατταρίζω, prob. onomatop.; v. MM, s.v.; DCG, ii, 499b, 790a); to stammer, repeat idly: Mt 6:7 (Cremer, 765).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
βαττο-λογέω,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!