Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
1) gezien worden (Hand. 1:3; Aristophanes, Plutus, 4)
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
† ὀπτάνω, [in LXX: III Ki 8:8 (ראה H7200 ni.), To 12:19*;] late present as from ὤφθην (= ὁράω); mid., ὀπτάνομαι, to allow oneself to be seen, to appear. c. dat., Ac 1:3. (For exx. from π., v. Deiss., LAE, 79, 2525; MM, ii, xviii.).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
ὀπτάζομαι,