Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
συκῆ (contr. fr. συκέα), -ῆς, ἡ (< σῦκον), [in LXX for תְּאֵנָה H8384 ;] a fig-tree: Mt 21:19-21 24:32, Mk 11:13, 20, 21 13:28, Lk 13:6, 7 21:29, Jo 1:49, 51, Ja 3:12, Re 6:13.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
Included with: σῡκέα, ἡ,