H26_ אֲבִיגַיִל
Abigal, Abigail
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Abigail,

Statistieken

Komt 19x voor in 3 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ʾăbîgayil, persoonsnaam vrl.; afgeleid van אָב H1 en גִּיל H1524.


I) Abigail; 1) de vrouw van Nabal, later van David (1 Sam. 25:3); 2) de zuster van David (1 Kron. 2:16);



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אֲבִיגַ֫יִל n.pr.f. (my father is joy 1 wife of Nabal, then of David 2 sister of David

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H26 אֲבִיגַיִל ʼĂbîygayil; or shorter אֲבִיגַל; from 1 and 1524; father (i.e. source) of joy; Abigail or Abigal, the name of two Israelitesses — Abigal.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אָב H1 "vader, voorouder, stichter, heerser, grootvader"; Hebreeuws גִּיל H1524 "vrolijkheid, jubel, zeer, dan dit van, jubelend, gejuich, verheuging, tot jubelens toe, zeer, tot op";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs