Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʾădōnāy, zn. mnl., TWOT 27b; een pluralis intensivus (J.P. Lettinga, §24.k) van אָדוֹן H113 (P. Broers, p. 6; E. Klein, p. 8) met het achtervoegsel van de eerste persoon (E. Klein, p. 8); De spelling met de qamatz ◌ָ dient ter onderscheiding van אֲדוֹנַי "mijn heren" (E. Klein, p. 8).
1) "mijn Heer"; 1a) Adonai, alleen gebruikt voor God; 2) als vervangende naam van יְהוָה H3068 (Qeré perpetuum, P. Broers, p. 6). In de tijd van de Masoreten de naam van God niet meer uitgesproken, in plaats daarvan gebruikte men het woord Adonai (Rabbijn de Vries, p. 49: "Adonai is de heel oude, door overlevering voorgeschreven, joodse uitspraak van de vierletterige Godsnaam, die als Eigennaam bedoeld is en het beste door Het Eeuwig Zijnde wordt benaderd. Adonai betekent (mijn) Heer!"). → JHWH.
Voorkomend in de LXX als: δεσποτηςG1203 "huisheer, Here, heer"; θεοςG2316 "God, Godheid, Heilige Geest, goden, godin, goddelijk, magistraat, "; θεοςG2316 "God, Godheid, Heilige Geest, goden, godin, goddelijk, magistraat, "; κυριοςG2962 "God, eigenaar, meester, bezitter"; κυριοςG2962 "God, eigenaar, meester, bezitter"; ηγεομαιG2233 "leiden";
Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], p. 6, H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], , R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, , [2003], 27b, Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 8, J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws, , [2009], §24.k, S. Ph. De Vries, joodse riten en symbolen, , [2008], p. 49, Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!
