H348_ אִיזֶבֶל
Izebel
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Izebel,

Statistieken

Komt 22x voor in 2 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ʾîzebel, van אִי H336 en זְבֻל H2083 in de zin van "waar is uw woning"; Andere minder waarschijnlijke verklaringen zijn: Volgens de The Oxford Guide to People & Places of the Bible betekent de naam zoiets als "waar is de prins?", anderen denken dat het "kuis, ongerept" betekent (Smith's Bible Dictionary, Jezebel), of "niet verheven, geen echtgenoot hebbend" (International Standard Bible Encyclopedia, Jezebel).


1) persoonsnaam Izebel, naam van een prinses (1 Kon. 16:31; 18:4; etc.)



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אִיזֶבֶל n.pr.f

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H348 אִיזֶבֶל ʼÎyzebel; from 336 and 2083; Izebel, the wife of king Ahab — Jezebel.

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks Ἰεζαβήλ G2403 "Jezabel, Izebel"; Hebreeuws אִי H336 "hen die niet (!), dien (!)"; Hebreeuws זְבֻל H2083 "Zebul";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Hadderech