H582_ אֱנוֹשׁ
mens(en), mannelijk, lieden, mannelijke nakomeling, man, man(nen)
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 222x voor in 30 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ʾĕnôš, zn. mnl., TWOT 136a; van אָנַשׁ H605?;


1) mens



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אֱנוֹשׁ n.m. man, mankind 1 of individ. 2 coll. men 3 man, mankind

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H582 אֱנוֹשׁ ʼĕnôwsh; from 605; properly, a mortal (and thus differing from the more dignified 120); hence, a man in general (singly or collectively) — another, × (blood-) thirsty, certain, chap(-man); divers, fellow, × in the flower of their age, husband, (certain, mortal) man, people, person, servant, some (× of them), stranger, those, their trade. It is often unexpressed in the English versions, especially when used in apposition with another word. Compare 376.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אָדָם H120 "mens, menselijk wezen, lieden, mensheid, man, mannen, Mensenkind"; Hebreeuws אִישׁ H376 "man, mannetje,echtgenoot,dienaar, persoon, mensheid, kampioen, ieder, groot man, menselijk wezen"; Hebreeuws אֱנוֹשׁ H583 "Enos"; Hebreeuws אָנַשׁ H605 "onheelbaar, dodelijk, verderfelijk, ziekte, ongeneeslijke, krank, smartelijk, dodelijk, pijnlijk"; Aramees אֱנָשׁ H606 "mens(en), mensen-, mannen, mensenhand, mensenkinderen, al degenen, menselijk, mens"; Hebreeuws אִשָּׁה H802 "bijvrouw, de een bij de ander, vrouw, huisvrouw, vrouwen, van vrouwelijk geslacht";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen