Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
בָּרָהvb. eatQaleat breadPi. for devouringHiph. cause to eat bread
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H1262בָּרָהbârâh; a primitive root; to select; also (as denominative from 1250) to feed; also (as equivalent to 1305) to render clear (Ecclesiastes 3:18) to select; to feed; to render clear — choose, (cause to) eat, manifest, (give) meat.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws בָּרH1250 "graan, koren, in het veld"; Hebreeuws בָּרוּתH1267 "spijze, spijs"; Hebreeuws בְּרִיH1274 "vette"; Hebreeuws בָּרִיאH1277 "dik, zwaarlijvig, vet van vlees, smoutig, vetter, gemest, fris, vet"; Hebreeuws בִּרְיָהH1279 "spijze, voedsel, het eten"; Hebreeuws בְּרִיתH1285 "vredesverbond, zoutverbond, verbond, broederbond, bondgenoten"; Hebreeuws בָּרַרH1305 "reinigen, uitgekozen, uitgelezen(en), zuiveren, zuiver, uitgelezen, zich reinigen, (de) rein(e)";