H1633_ גָּרַם
(niets) overlaten (Zep, stuk bijten, brijzelen, vermorzelen, breken, de beenderen (niet) breken
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 3x voor in 3 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

[גָּרַם] vb. denom. break bones, break

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1633 גָּרַם gâram; a primitive root; to be spare or skeleton-like; used only as a denominative from 1634; (causative) to bone, i.e. denude (by extensive, craunch) the bones — gnaw the bones, break.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws גֶּרֶם H1634 "sterk gebeend, treden, op den hoogsten trap, gebeente, gebeenten, knoken, beenderen, bonkig";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin