Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
zākar, ww., TWOT 551;
1) qal herinneren
2) hifil מַזְכִּֽיר mazkîr kanselier (2 Sam. 8:16; 20:24; 1 Kon. 4:3; 2 Kon. 18:18, 37; 1 Kron. 18:15; 2 Kron. 34:8; Jes. 36:3, 22, secretaris? (P. Broers, p. 192)