H7694_ שֵׁגָל
vrouw, gemalin
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Bijvrouw, Concubine, Koningin,

Statistieken

Komt 2x voor in 2 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

šēgāl, zn. vrl.; TWOT 2327a; van onzekere etymologie, mogelijk afgeleid van שָׁגַל H7693. Volgens Brockelmann is het Akkad. shigrēti (= vrouwen van de harem) overgenomen van het Hebreeuws שֵׁגָל, waarbij de Hebreeuwse ל een r werd door dissimilatie (E. Klein, p. 640).


1) vrouw van de koning (Neh. 2:6; Ps. 45:10 †), eerder in de zin van zijn lievelingsvrouw dan zijn koningin; 2) Ivriet maîtresse, concubine (J. Pimentel, p. 414), שִׁגְלוֹנָה concubine (E. Klein, p. 640), cf. Aramees שֵׁגָל H7695 (Dan. 5:2-3, 23).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

שֵׁגָל n.f. (queen-)consort

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H7694 שֵׁגָל shêgâl; from 7693; a queen (from cohabitation) — queen.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws שָׁגַל H7693 "liggen bij"; Aramees שֵׁגָל H7695 "vrouw, concubine, gemalin";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen