H8068_ שָׁמִיר
doorn, diamant
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Diamant, Doornstruik,

Statistieken

Komt 11x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie


1) doornstruik (Jes. 5:6; 7:23-25; 9:17; 10:17; 27:4; 32:13), volgens Gustav Dalman een soort peen (Daucus aureus; G. Dalman, Arbeit und Sitte in Palästina, Vol. 2 p. 321); 2) diamant (Jer. 17:1; Ezech. 3:9; Zach. 7:12). Nb. diamant kende men niet in die tijd, K.D. Jenner stelt dan ook voor om Jer. 17:1 te vertalen als "engraved with a צִפֹּרֶן of steel on the tablet of their heart" (K.D. Jenner, OTW, lemma צפרן, p. 1).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

שָׁמִיר n.m. thorn(s), adamant, flint

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H8068 שָׁמִיר shâmîyr; from 8104 in the original sense of pricking; a thorn; also (from its keenness for scratching) a gem, probably the diamond — adamant (stone), brier, diamond.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws שָׁמִיר H8069 "Shamir"; Hebreeuws שָׁמַר H8104 "bewaken, toezicht houden, wachter";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin