Vos

Bijbelteksten

Richteren 15:4En Simson ging heen, en ving driehonderd vossen; en hij nam fakkelen, en keerde staart aan staart, en deed een fakkel tussen twee staarten in het midden.
Nehemia 4:3En Tobia, den Ammoniet, was bij hem, en zeide: Al is het, dat zij bouwen, zo er een vos opkwame, hij zou hun stenen muur wel verscheuren.
Psalm 63:11Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen den vossen ten deel worden.
Hooglied 2:15Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden [hebben] jonge druifjes.
Klaagliederen 5:18Om des bergs Sions wil, die verwoest is, waar de vossen op lopen.
Ezechiel 13:4Uw profeten, o Israël, zijn als vossen in de woeste plaatsen.
Mattheus 8:20En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge.
Lukas 9:58En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge.
Lukas 13:32En Hij zeide tot hen: Gaat heen, en zegt dien vos: Zie, Ik werp duivelen uit, en maak gezond, heden en morgen, en ten derden [dage] worde Ik voleindigd.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel