Geest, Spook

Bijbelteksten

1 Samuel 16:14En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest van den HEERE verschrikte hem.
1 Samuel 16:15Toen zeiden Sauls knechten tot hem: Zie toch, een boze geest Gods verschrikt u.
1 Samuel 16:16Onze heer zegge toch tot uw knechten, die voor uw aangezicht [staan], dat zij een man zoeken, die op de harp spelen kan; en het zal geschieden, als de boze geest Gods op u is, dat hij met zijn hand spele, dat het beter met u worde.
1 Samuel 16:23En het geschiedde, als de geest Gods over Saul was, zo nam David de harp, en hij speelde met zijn hand; dat was voor Saul een verademing, en het werd beter met hem, en de boze geest week van hem.
1 Samuel 18:10En het geschiedde des anderen daags, dat de boze geest Gods over Saul vaardig werd, en hij profeteerde midden in het huis, en David speelde op snarenspel met zijn hand, als van dag tot dag; Saul nu had een spies in zijn hand.
1 Samuel 19:9Doch de boze geest des HEEREN was over Saul, en hij zat in zijn huis, en zijn spies was in zijn hand; en David speelde op snarenspel met de hand;
Job 4:15Toen ging voorbij mijn aangezicht een geest; hij deed het haar mijns vleses te berge rijzen.
Mattheus 14:26En de discipelen, ziende Hem op de zee wandelen, werden ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden van vrees.
Markus 6:49En zij, ziende Hem wandelen op de zee, meenden, dat het een spooksel was, en schreeuwden zeer;
Lukas 7:21En in dezelfde ure genas Hij er velen van ziekten en kwalen, en boze geesten; en velen blinden gaf Hij het gezicht.
Lukas 8:2En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, [namelijk] Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren;
Handelingen 19:12Alzo dat ook van zijn lijf op de kranken gedragen werden de zweetdoeken of gordeldoeken, en dat de ziekten van hen weken, en de boze geesten van hen uitvoeren.
Handelingen 19:13En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde [duivel]bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt!
Handelingen 19:15Maar de boze geest, antwoordende, zeide: Jezus ken ik, en Paulus weet ik; maar gijlieden, wie zijt gij?
Handelingen 19:16En de mens, in welken de boze geest was, sprong op hen, en hen meester geworden zijnde, kreeg de overhand tegen hen, alzo dat zij naakt en gewond uit dat huis ontvloden.

BoekenBoeken