Genesis 15:11 | En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg. |
Numeri 24:21 | Toen hij de Kenieten zag, zo hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uw woning is vast, en gij hebt uw nest in een steenrots gelegd. |
Job 28:7 | De roofvogel heeft het pad niet gekend, en het oog der kraai heeft het niet gezien. |
Jesaja 18:6 | Zij zullen te zamen gelaten worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de roofvogelen zullen op hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren. |
Jesaja 46:11 | Die een roofvogel roept van het oosten, een man Mijns raads uit verren lande; ja, Ik heb [het] gesproken, Ik zal het ook doen opkomen; Ik heb [het] geformeerd, Ik zal het ook doen. |
Jeremia 12:9 | Mijn erfenis is Mij een gesprenkelde vogel; de vogelen zijn rondom tegen haar; komt aan, verzamelt, al gij gedierte des velds, komt om te eten! |
Ezechiel 39:4 | Op de bergen Israels zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven. |