Genesis 22:6 | En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen. |
Genesis 22:10 | En Abraham strekte zijn hand uit, en nam het mes om zijn zoon te slachten. |
Exodus 4:25 | Toen nam Zippora een stenen [mes] en besneed de voorhuid haars zoons, en wierp die voor zijn voeten, en zeide: Voorwaar, gij zijt mij een bloedbruidegom! |
Jozua 5:2 | Te dier tijd sprak de HEERE tot Jozua: Maak u stenen messen, en besnijd wederom de kinderen Israels ten tweeden maal. |
Jozua 5:3 | Toen maakte zich Jozua stenen messen, en besneed de kinderen Israels op den heuvel der voorhuiden. |
1 Koningen 18:28 | En zij riepen met luider stem, en zij sneden zichzelven met messen en met priemen, naar hun wijze, totdat zij bloed over zich uitstortten. |
Ezra 1:9 | En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen; |
Spreuken 23:2 | En zet een mes aan uw keel, indien gij een gulzig mens zijt; |
Spreuken 30:14 | Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren. |
Ezechiel 5:1 | En gij, mensenkind, neem u een scherp mes, een scheermes der barbieren zult gij u nemen, hetwelk gij zult laten gaan over uw hoofd en over uw baard; daarna zult gij u een weegschaal nemen, en die [haren] delen. |