Psalm 116:6 | De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost. |
Psalm 116:7 | Mijn ziel! keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan. |
Psalm 116:8 | Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel gered van den dood, mijn ogen van tranen, mijn voet van aanstoot. |
Psalm 116:9 | Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEEREN, in de landen der levenden. |
Psalm 116:10 | Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. |
Psalm 116:11 | Ik zeide in mijn haasten: Alle mensen zijn leugenaars. |
Psalm 116:12 | Wat zal ik den HEERE vergelden [voor] al Zijn weldaden, aan mij [bewezen]? |
Psalm 116:13 | Ik zal den beker der verlossingen opnemen, en den Naam des HEEREN aanroepen. |
Psalm 116:14 | Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. |
Psalm 116:15 | Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten. |
Psalm 116:16 | Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt. |
Psalm 116:17 | Ik zal U offeren, offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen. |
Psalm 116:18 | Ik zal mijn geloften den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. |
Psalm 116:19 | In de voorhoven van het huis des HEEREN, in het midden van u, o Jeruzalem! Hallelujah! |
Psalm 117:1 | Looft den HEERE, alle heidenen; prijst Hem, alle natien! |
Psalm 117:2 | Want Zijn goedertierenheid is geweldig over ons, en de waarheid des HEEREN is in der eeuwigheid! Hallelujah! |
Psalm 118:1 | Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 118:2 | Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. |
Psalm 118:3 | Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. |
Psalm 118:4 | Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. |