Criminaliteit

Bijbelteksten

Genesis 4:13En Kain zeide tot den HEERE: Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven worde.
Exodus 20:5Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde [lid] dergenen, die Mij haten;
Deuteronomium 5:9Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE, uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, en aan het derde, en aan het vierde [lid] dergenen, die Mij haten;
Job 10:14Indien ik zondig, zo zult Gij mij waarnemen, en van mijn misdaad zult Gij mij niet onschuldig houden.
Job 31:11Want dat is een schandelijke daad, en het is een misdaad [bij] de rechters.
Job 31:28Dat ware ook een misdaad [bij] den rechter; want ik zou den God van boven verzaakt hebben.
Jesaja 53:12Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.
Klaagliederen 4:13[Mem.] Het is vanwege de zonden harer profeten, [en] de misdaden harer priesteren, die in het midden van haar het bloed der rechtvaardigen vergoten hebben.
Markus 15:28En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend.
Lukas 22:37Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van Mij [geschreven zijn], hebben een einde.

StudieboekenStudieboeken