Genesis 25:4 | En de zonen van Midian waren Efa en Efer, en Henoch en Abida, en Eldaa. Deze allen waren zonen van Ketura. |
Genesis 36:35 | En Husam stierf, en in zijn plaats regeerde Hadad, de zoon van Bedad, die Midian versloeg in het veld van Moab; en de naam zijner stad was Avith. |
Exodus 2:15 | Als nu Farao deze zaak hoorde, zo zocht hij Mozes te doden; doch Mozes vlood voor Farao's aangezicht, en woonde in het land Midian, en hij zat bij een waterput. |
Exodus 2:16 | En de priester in Midian had zeven dochters, die kwamen om te putten, en vulden de drinkbakken, om de kudde haars vaders te drenken. |
Exodus 3:1 | En Mozes hoedde de kudde van Jethro, zijn schoonvader, den priester in Midian; en hij leidde de kudde achter de woestijn, en hij kwam aan den berg Gods, aan Horeb. |
Exodus 4:19 | Ook zeide de HEERE tot Mozes in Midian: Ga heen, keer weder in Egypte, want al de mannen zijn dood, die uw ziel zochten. |
Exodus 18:1 | Toen Jethro, priester van Midian, schoonvader van Mozes, hoorde al wat God aan Mozes, en aan Israel, Zijn volk, gedaan had: dat de HEERE Israel uit Egypte uitgevoerd had; |
Jozua 13:21 | En alle steden des vlakken lands, en het ganse koninkrijk van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon regeerde, denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen van Sihon, inwoners des lands. |
1 Koningen 11:18 | En zij maakten zich op van Midian, en kwamen tot Paran; en namen met zich mannen van Paran, en kwamen in Egypte tot Farao, den koning van Egypte, die hem een huis gaf, en hem voeding toezeide, en hem een land gaf. |
1 Kronieken 1:33 | De kinderen van Midian nu waren Efa, en Efer, en Henoch, en Abida, en Eldaa. Die allen waren zonen van Ketura. |
Psalm 83:10 | Doe hun als Midian, als Sisera, als Jabin aan de beek Kison; |
Jesaja 10:26 | Want de HEERE der heirscharen zal tegen hem een gesel verwekken, gelijk de slachting van Midian was aan de rots van Oreb; en [gelijk] Zijn staf over de zee was, denwelken Hij verheffen zal, naar de wijze der Egyptenaren. |
Jesaja 60:6 | Een hoop kemelen zal u bedekken, de snelle kemelen van Midian en Hefa; zij allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook zullen zij aanbrengen, en zij zullen den overvloedigen lof des HEEREN boodschappen. |
Habakuk 3:7 | Ik zag de tenten van Kusan onder de ijdelheid; de gordijnen des lands van Midian schudden. |
Handelingen 7:29 | En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon. |