Paradijs, Eden (hof v.)
παράδεισος G3857 "tuin, hof, jachtterrein, paradijs", עֵדֶן H5731 "Eden (een leviet), Eden (hof van), lusthof", פַּרְדֵּס H6508 "park, tuin",

Zie ook: Beeldbank, hof, tuin,

Het paradijs is een oord waar het leven heerlijk is, waar overvloed heerst en geen ziekte, rampspoed of dood bestaat. Soms wordt hiermee het "aardse paradijs" (de Hof van Eden) bedoeld, soms het "hemelse paradijs" (de hemel). In de hiervan afgeleide niet-religieuze betekenis is een paradijs een aangename verblijfplaats.

Inhoud

Bijbel

Oude Testament

In de Bijbel wordt met het paradijs over het algemeen גַן־עֵ֔דֶן "de hof van Eden" bedoeld (Gen. 2:8ev.). Daarnaast komt het woord paradijs zelf voor als פַּרְדֵּס H6508 waarmee een "woud, park" wordt bedoeld (Pred. 2:5; Hoogl. 4:13); en mogelijk als een afgesloten ruimte (Neh. 2:8?) voor de jacht.

Hof van Eden

Het hof van Eden werd door God aangelegd voor het eerste mensenpaar, Adam en Eva. In dit hof van Eden stonden onder meer de boom des Leven en de boom des Kennis van Goed en Kwaad. Verder wordt één bekende boomsoort in de hof bij naam genoemd, de vijgenboom, waarvan Adam en Eva na de zondeval de bladeren namen. Vanwege de namen van de rivieren Hiddékel (de Tigris, cf. Dan. 10:4) en de Frath (de Eufraat) denkt met vaak dat dit hof dus in het Midden-Oosten moet hebben gelegen. Men vergeet daarbij dat de geschiedenis zich voor de zondvloed afspeelt en dat deze het oppervlak van de aarde dusdanig heeft veranderd dat absoluut niet meer is te bepalen waar deze hof zich heeft bevonden, ook moet men de grootste twijfel hebben of deze rivieren wel dezelfden zijn als de gelijknamige rivieren na de zondvloed.

Na de zondeval zien we dat de ingang van deze hof is afgesloten en wordt bewaakt door twee cherubim (Gen. 3:24), hieruit blijkt dat de hof niet wordt vernietigd maar dat deze alleen ontoegankelijk wordt voor de mens. Het kan zijn dat na de zondvloed dit hof niet meer aanwezig is, maar daar lezen we niets over in de Bijbel.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament komen we het paradijs tegen als Christus, als Die aan het kruis hangt, tegen de misdadiger naast Hem zegt "Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn" (Luk. 23:43). Later in 2 Corinthiers 12:4 wordt het nog eenmaal genoemd.


Terminologie

Het Hebreeuws פַּרְדֵּס H6508 is van oosterse oorsprong (TDNT - 5:765, 777); Oud Perzisch pairidaeza "park, tuin" (HALOT 963 s.v. פַּרְדֵּס; LSJ 1308), lett. "omheining" van pairi "rond(om)" en daeza "muur" (Klein. p. 523), Bab. pardesu "schitterende tuin" (AHw 2:833.a en 3:1582.a), cf. Grieks παραδείσος G3857 (paradeisos, “park”), verwijzend naar de parken en tuinen van Perzische koningen (LSJ 1308).

גַן־עֵ֔דֶן lusthof (Gen. 2:8, 10, 15; 3:23-24; 4:16; Jes. 51:3; Ezech. 28:13; 31:9, 16, 18; 36:35; Joel 2:3)


Jodendom

Dat deel van de Hades dat naar de mening van de latere Joden de verblijfplaats was van de zielen van de vromen tot aan de opstanding. "Ik (God) toonde haar (het hemels Jeruzalem) aan Adam, voordat hij zondigde, maar toen hij het gebod overtreden had, werd zij aan hem onttrokken, evenals het paradijs (…). En zie, nu blijft zij bij mij bewaard, evenals ook het paradijs" (2 Bar. 4:3, 6; cf. 4 Ezra 4:7-8). Sommigen vatten dit op als een hemels paradijs, zoals we ook in het Nieuwe Testament tegenkomen (Luk. 23:43; 2 Cor. 12:4; Opb. 2:7).

Christendom

Volgens de eerste kerkvaders bestaat het paradijs waarin onze eerste ouders voor de val woonden, nog steeds, maar noch op aarde of in de hemel, maar ergens buiten deze wereld.


Geschiedenis

Bij de Perzen een grote omsloten ruimte, jachtterrein, beschaduwd en goed van water voorzien, waarin wilde dieren voor de jacht werden gehouden; deze was omsloten door muren en voorzien van jachttorens, daarnaast meer algemeen een tuin, speeltuin of zelfs een woud of park.

De paradijs tuin neemt een aantal van haar karakteristieken uit het oorspronkelijke droge of semi-droge thuisland. Het basiskenmerk is de omsluiting van het gebied. Dit is exclusief de wildheid van de natuur, en omvat de neiging, bewaterd groen van de tuin. De meest voorkomende en eenvoudigste lay-out voor de buitenmuren is die van een rechthoek, en dit vormt een van de belangrijkste kenmerken van dit soort tuinen. Een ander gemeenschappelijk thema is het overvloedige gebruik van water, vaak aanwezig in de vorm van kanalen, vijvers of rillen, soms in fonteinen, minder vaak in watervallen van verschillende soorten.

Het rechthoekige of rechtlijnige thema van de tuin wordt vaak uitgebreid tot de waterpartijen, die kunnen worden gebruikt voor het verdelen van de tuin. Deze opstelling zien we weerspiegeld in de vier rivieren van de Hof van Eden, en een groot deel van het gebruik en de symboliek van het paradijs tuin is afgeleid van deze connectie. Het contrast tussen een formele tuin ontwerp met de informaliteit van vrij groeiende planten zorgt voor een terugkerend thema van veel paradijs tuinen.

De architectuur van deze Perzische tuinen is via de Arabieren bewaard gebleven, zoals de tuin van Alhambra (Granada, Spanje), maar ook in de vele tuinen van de Mughal in India is deze architectuur duidelijk herkenbaar.

Ze worden gebruikt als de belangrijkste ontwerp voor de Tuinen van Versailles dat bijna de contouren van pairidaeza tuinen van Pasargad repliceert en als inspiratiebron diende voor de tuinen bij het Louvre. Een ander voorbeeld zijn  de Bahá'í Terrassen op de berg Karmel waar grote tuinen op het terrein zijn aangelegd. Een laatste voorbeeld is de tuin bij de ingang van de kruisvaardersburgt te Akko die in deze stijl is aangelegd.

Ook bij moderne tuinen zien we soms dat nog deze architectuur van Perzische tuinen wordt gebruikt.


Aangemaakt 22 mei 2006


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!