Wapenrusting (Geestelijke)
πανοπλία G3833 "wapenrusting (volledige)",

Zie ook: Beeldbank, Militairen (Romeinse), Strijd (geestelijke), Wapenrusting,

De Geestelijke Wapenrusting is een metafoor die verwijst naar de fysieke wapenrusting die de gelovige moet dragen.

Inhoud

Bijbel

Tijdens zijn gevangenschap en zijn tocht naar Rome heeft Paulus veel aandacht kunnen besteden aan de Romeinse legeruitrusting. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we in zijn brieven regelmatig hierover lezen als parallel met de geestelijke strijd die de gelovigen voeren (Rom. 6:13; 2 Cor. 10:4; 1 Thes. 5:8), waarbij met name zijn uitwerking in de brief aan de Efeziërs (Ef. 6:11-18) de meest bekende is en hieronder verder is uitgewerkt.

Ook in het Oude Testament zien we dat er een metafoor is met de wapenrusting van God: "Want Hij trok gerechtigheid aan als een pantser, en den helm des heils [zette Hij] op Zijn hoofd, en de klederen der wraak trok Hij aan [tot] kleding, en Hij deed den ijver aan als een mantel." (Jes. 59:17).


Vergelijking met Romeinse wapenuitrusting

Hieronder een korte uitleg hoe Paulus de geestelijke wapenrusting vergeleek in Efeziërs 6 met de wapenrusting van een Romeinse soldaat.

11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.

12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.

13 Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.

14 Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;

15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;

16 Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.

17 En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord.

18 Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;


Vergelijkende literatuur

Paulus was niet de enige die deze vergelijking trok, ook Tacitus (ca. 56-117) maakte deze "And I maintain that the only orator is, and ever has been, one who, like a soldier equipped at all points going to the battle-field, enters the forum armed with every learned accomplishment" (Tacitus, Dialogus de oratoribus, 32). Terwijl het thema ook voorkomt in Wijsheid van Salomo (5:16-24) welke in diezelfde tijd is geschreven:

16 Maar de rechtvaardigen leven in der eeuwigheid, en hun loon is bij de Here, en de Allerhoogste zorgt voor hen.
17 Daarom zullen zij ontvangen een zeer heerlijk rijk, en een schone kroon uit de hand des Heren, want met zijn rechterhand zal hij hen beschermen, en met zijn arm zal hij hen beschutten.
18 Hij zal zijn ijver nemen tot een gehele wapenrusting, en zijn schepselen wapenen tot wraak tegen de vijanden.
19 Hij zal gerechtigheid aantrekken tot een borstharnas, en een ongeveinsd oordeel opzetten tot een helm.
20 Hij zal heiligheid nemen tot een onoverwinnelijk schild,
21 En zal de gestrenge toorn scherpen tot een zwaard, en de wereld zal met hem strijden tegen de onwijzen.
22 De welmikkende pijlen der bliksemen zullen heengaan, en gelijk als van een welgespannen boog uit de wolken op het doelwit treffen.
23 Dikke hagelstenen zullen geworpen worden, als uit een slinger der gramschap; het water der zee zal tegen hen zeer woeden, en de stromen zullen tezamen heftig overvloeien.
24 De Geest der kracht zal hen tegenstaan, en hen als een draaiwind uitwannen, en de ongerechtigheid zal de gehele aarde verwoesten, en de boosaardigheid zal de stoelen der machtigen omkeren.

Andere verklaringen

Sommigen, zoals Peter Steffens, zijn van mening dat de hier gegeven beschrijving helemaal niet slaat op de Romeinse wapenuitrusting maar dat het een vergelijking is met de kledij van de Hogepriester (Peter Steffens, De Wapenrusting Gods).

Zo stelt hij dat Paulus voor de boze machten namen en titels gebruikt die in het Romeinse rijk werden gebruikt voor menselijke gezagsdragers. Dit is niet helemaal correct, Paulus geeft beschrijvingen die zowel op aardse als geestelijke machten van toepassing zijn en juist om die reden deze vergelijking geeft. Hij gaat dan ook voorbij dat Paulus diverse militaire termen gebruikt, zo wordt het Griekse woord πανοπλιαν G3833 panoplia in eerste instantie gebruikt voor wapenuitrusting, volgens hem is dit woord in de LXX gebruikt voor het Hebreeuws חֲלִיצָה H2488 chaliytsah, dat de bovenkleding van een priester zou zijn, echter ook in het Oude Testament gaat het hier om wapenuitrusting (Richt. 14:19; 2 Sam. 2:21) en niet om de kleding van een priester. Ook het woord θώραξ G2382 thōrax "pantser, harnas" is een militaire uitdrukking, Paulus citeert hier Jes. 59:17 waar het Hebreeuwse woord שִׁרְיוֹן H8302 shiryown wordt gebruikt. Steffens verwijst dan naar het woord מְעִיל H4598 mə‘îl "mantel", welke ook in het vers van Jesaja wordt genoemd, en stelt dat dit de mantel van de hogepriester is. Echter dit Hebreeuwse woord heeft alleen de algemene betekenis van "mantel" (Job 1:20; 29:14; Ps. 109:29; Ezech. 26:16; etc.) en slaat niet alleen op de specifieke kleding van de hogepriester. Deze verenging van betekenis zien we ook bij de uitleg van andere woorden door Steffens.

Natuurlijk zijn wij het met Steffens eens dat Paulus in dit tekstgedeelte de geestelijke wapenuitrusting van God beschrijft, maar wij volgen Steffens niet dat deze uitrusting een vergelijking is met de kleding van een hogepriester omdat de betekenis van de Griekse termen niets daarmee te maken hebben.


Aangemaakt 19 mei 2006, laatst gewijzigd 16 december 2020


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!