Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Walnoot (Juglans regia, Hebreeuws אֱגוֹז H93), of okkernoot is een boom uit de okkernootfamilie (Juglandaceae).
Het Hebreeuwse woord אֱגוֹז H93 egoz komt alleen in Hooglied 6:11 voor en de meeste vertalers nemen aan dat met deze notenbomen, in de hof, de walnoot (Juglans regia) wordt bedoeld.
Het woord אֱגוֹז H93 komt ook voor in het Arabisch en Syrisch als جَوْزُ goz of jauz, Aramees אֱגוֹזָה "walnootboom", en komt uit het Perzisch كوز gauz waarbij in het Hebreeuws de א als prefix is toegevoegd (E. Klein, p.5; H.W.F. Gesenius).
In het Ivriet hebben verschillende noten ʾĕgôz in hun naam, zoals אגוז קוקוס egoz kokus kokosnoot, אגוז פיקן egoz pecan pecannoot, אגוז צנובר egoz tsnobar pijnboompit, אגוז הקיא egoz haki braaknootpit (Strychnos nux-vomica) of אגוז לוז egoz luz hazelnoot (Balashon, egoz).
| Taxonomische indeling | |
|---|---|
|
|
De walnoot, is een middelgrote boom, met een brede kroon, die 15 tot 25 meter hoog en 6 tot 8 meter in de top breed kan worden.
De boom wordt gewaardeerd vanwege zijn hout en de eetbare noten. Het hout werd voornamelijk gebruikt in de meubelindustrie.
De schil van de bolster is glad en groen met witachtige spikkels, terwijl de noot zelf geribbeld is. Afhankelijk van het ras worden de noten in de periode van september tot november geoogst. De boom begint pas vruchten te dragen als die vijftien jaar oud is.
Oorspronkelijk uit Perzië en het Midden-Oosten, werd de boom later verspreid naar China, Centraal-Azië, het antieke Griekenland en later het Romeinse rijk. De Romeinen brachten de boom later naar ons land, zij noemden de boom Iovis glans "Jupiter's noot". Deze benaming zegt niet alleen iets over de waarde die de noten voor de Romeinen hadden, maar was ook de basis voor de wetenschappelijke benaming Juglans regia.
In Nederland vind men de boom tegenwoordig vooral in boomgaarden en op erven. Hier en daar ook als beplanting langs wegen en op de dijken van de grote rivieren, soms in zeer fraaie groepen. De benaming "walnoot", komt van het oude Nederlandse woord: 'wal' wat betekent 'groot', dus walnoot is 'grote noot'. Men vindt dit woord bijvoorbeeld nog terug in walvis 'grote vis'.
Net als veel andere bomen waarvan de vruchten eetbaar zijn, behoort de walnoot tot de oudst gecultiveerde bomen en zijn geschiedenis gaat terug tot 7000 v.C.
Van de rottende bolsters werd in het verleden een bruinkleurige inkt gemaakt (cf. Talmoed, Shab. 9:5, 11:8). Ook werd deze gebruikt in het klassieke Rome en in de Middeleeuwen om het haar mee te verven (V. Sherrow, p. 267, 355).
Aangemaakt 5 juli 2005, laatst bijgewerkt 30 augustus 2020
     |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!
