Leeuw
λέων G3023 "leeuw, held", אֲרִי H738 "leeuw", אֲרִיאֵל H739 "sterke leeuwen, grote helden", גּוּר H1482 "leeuw (jonge), welpen, leeuwenwelp, jongen", גּוֹר H1484 "welpen, leeuwenwelp", כְּפִיר H3715 "leeuw, leeuw (jonge), Kefirim", לְבָאוֹת H3822 "leeuwinnen, Labaoth", לָבִיא H3833 "leeuw, leeuwin, leeuw (oudachtigen), leeuw (sterke)", לַיִשׁ H3918 "oude leeuw, leeuw", שַׁחַל H7826 "leeuw", שַׁחַץ H7830 "trots, leeuw",

Zie ook: Beeldbank, Artikelen Blog, Katachtige, Leo (sterrenbeeld), Zoogdieren,

De leeuw (Panthera leo) is een groot roofdier uit de familie der katachtigen (Felidae). De leeuw welke in de Bijbel wordt bedoeld is niet de Afrikaanse leeuw (Panthera leo leo) maar zijn bijna uitgestorven soortgenoot de Perzische of Aziatische leeuw (Panthera leo persica).

Inhoud

Bijbel

In de Bijbel wordt deze verschillende keren genoemd en dan niet onder een naam, maar onder wel zes verschillende. De belangrijkheid van deze namen mag dan misschien verloren zijn gegaan in de vertaling, maar iedere naam heeft zijn eigen betekenis. Het zijn de (jonge) leeuw אַ֭רְיֵה (’arəyēh), de sterke leeuw אריאל (ariy'el), de felle leeuw שָׁ֑חַל (šāḥal), de welp of jonge leeuw כְּפִיר (ḵəfîr), de oude leeuw לַ֭יִשׁ (layiš), de volwassen leeuw לָבִיא of leeuwin לְבִיָא (lāḇî’).

In het boek Job komen we in twee regels al vijf verschillende bewoordingen tegen: "Het gebrul van de leeuw (’arəyēh), de stem van de felle leeuw (šāḥal), maar de tanden van de jonge leeuwen (ḵəfîrîm) worden gebroken. De oude leeuw (layiš) komt om, omdat er geen prooi is, en de welpen van een leeuwin (lāḇî’) worden verspreid" (Job 4:10-11). Dit geeft aan dat de leeuw niet alleen in troosteloze woestijnen voorkwam maar in het gehele land.


Gevechten met leeuwen

Naast de vele plaatsen in de Bijbel waar dit dier wordt genoemd zijn er ook verslagen van confrontaties van deze koning der dieren met de mens.

Het meest bekend is natuurlijk het avontuur van de richter Simson, die op weg naar zijn Filistijnse bruid, een jonge leeuw (כְּפִ֣יר אֲרָיֹ֔ות) tegenkwam in een van de wijngaarden van Thimnath (Richt 14:5ev). Dit moet een bijna een volwassen dier zijn geweest, anders was zijn moeder in de nabijheid geweest wat een geheel andere strijd had kunnen opleveren. Een andere bekende geschiedenis is die van David (1 Sam. 17:34-36) welke een leeuw bij zijn manen greep en hem als slaande doodde. Geen wonder dat toen David eenmaal koning was hij een van zijn helden Benaja (2 Sam. 23:20) onderscheidde, niet alleen omdat hij twee leeuwen in het gebergte van Moab doodde, maar vanwege zijn moed om in een kuil te springen, en dan nog wel in de sneeuwtijd, om ook daar een leeuw te doodden.

De oplettende lezer zal zijn opgevallen, dat hier steeds sprake is van een leeuw, terwijl we in documentaires zien dat leeuwen altijd in groepen leven. Dit klopt daar de Perzische leeuw alleen leeft, behalve dan in de paartijd wanneer een mannetje zich laat omringen door twee of drie leeuwinnen. Hoe gevaarlijk deze dieren waren blijkt uit een andere geschiedenis in 1 Koningen 13 waar wordt verhaald hoe een profeet wordt gedood door een leeuw als straf van God, omdat hij niet gehoorzaamd had. We spreken hier van een dichtbevolkt gebied. Iets verder lezen we in 2 Koningen 17:24-28 hoe kolonisten uit Assyrië worden aangevallen en gedood door leeuwen.

Daarnaast werden er regelmatig door koningen speciale jachtpartijen gehouden waar op leeuwen werd gejaagd. Hieronder een aantal afbeeldingen van zo'n jachtpartij door Assurbanipal in Nineve.


Het brullen van de leeuw

In Amos 3:4 wordt in de meeste vertalingen een beeld geschetst van leeuwen die totaal niet overeenkomt met leeuwen in het wild. Het lijkt erop dat alle vertalingen ervan uitgaan, dat een leeuw 'brullend' zijn prooi bespringt, en dan vervolgens blijft doorbrullen van genot, dat doen leeuwen niet, ze bespringen hun prooi in stilte, omdat ze geen andere (roof)dieren, zoals hyena's willen aantrekken, die hen van hun prooi zouden kunnen beroven. We moeten ons dan ook afvragen wanneer leeuwen brullen en waarom. Er zijn 3 redenen te vinden:

  1. Ze brullen in de paartijd om indruk te maken op de leeuwinnen en de andere mannelijke leeuwen af te schrikken. Een soortgelijk fenomeen zien we als ze hun territorium afbakenen. Ze grommen dan vooral tegen leeuwen van andere troepen die op hun territorium willen komen. Ook brullen ze in dit kader tegen andere roofdieren, zelfs tegen mensen als deze te dichtbij komen. Gevechten tussen de (dominante) leeuwen van verschillende troepen zijn luidruchtig, maar heeft niets te maken brullen, dan wel met de jacht en hun eetgedrag, zoals in bovenstaand vers.
  2. Ze brullen als ze gerust hebben, dit doen ze omdat de verschillende leden van de troep zich hebben verspreid om een plek te zoeken van waaruit ze hun eventuele prooi kunnen besluipen. Hierbij nemen sommige leeuwen een bovenwindse positie in, terwijl andere een benedenwindse positie innemen. De afstand tussen deze leeuwen kan groot zijn, soms wel 3 kilometer. Het doel van dit brullen schijnt dan ook te zijn om de positie van elkaar te bepalen. Zie ook het volgende punt.
  3. Leeuwen brullen als ze hongerig zijn. Hoe hongeriger ze zijn, des te harder brullen ze. Vooral 's middags zijn brullende leeuwen erg hongerig. Nu valt op dat de bovenwindse leeuwen brullen, benedenwindse zelden. We zien hierin een bepaalde tactiek: De prooidieren merken niet alleen door het brullen dat er leeuwen zijn, maar ruiken ze ook. Hierdoor beangstigd zullen ze wegvluchten, richting de benedenwindse leeuwen, die zich wijselijk stilhouden om de prooidieren niet alert op hen te maken.

Ook wil het geval dat ze tegen elkaar grommen als ze zich tegoed doen aan de dezelfde (gezamenlijk) gevangen prooi. Dit is hetzelfde gegrom als tegen de hyena's en de gieren die mee willen profiteren van de prooi. Is de leeuw alleen dat is hij stil.


Een zwervend bestaan

Leeuwen leiden een zwervend bestaan, en blijven zelden langer dan een dag op een vaste plek. In de Serengeti volgen ze bijvoorbeeld meestal de grote trekkende kudden gnoes, zebra's en gazellen, om van tijd tot tijd terugkomen op hun favoriete plekken. Het komt dan ook vreemd over dat we in de meeste vertalingen van Amos 3:4 lezen dat een leeuw zich bevind in zijn hol of leger.

Wat heeft de schrijver bedoeld? Nu blijkt dat de leeuw het grootste deel van de dag inactief is. Soms ligt hij tot twintig uur per dag te rusten in de schaduw, tussen de struiken, en als hij actief is, dan is dat enkel om te jagen. Als hij na het eten een "rustplaats" opzoekt, dan is dat doorgaans een plek vanwaar hij een goed overzicht heeft over de omgeving. Als er een prooi is gedood, wordt deze soms onder een struik gesleept om hem overdag aan de aandacht van gieren te onttrekken. Maar gewoonlijk eten ze de prooi op waar het is gedood.

Het Hebreeuwse woord ma'on betekent in het algemeen een "woonplaats, schuilplaats" of soms "vluchtplaats". Als het woord betrekking heeft op dieren, dan kan het ook "leger, hol" betekenen, 'een uitholling in de grond, verborgen achter struiken.' Maar het kan ook een bredere betekenis hebben van een "schuilplaats" tot zelfs gewoon "leefgebied". Mijns inziens hebben de keuzes die door de meeste vertalers zijn gemaakt, te maken met de onkunde ten aanzien van het gedrag van leeuwen. Een alternatieve vertaling in onze vers van ma'on die ook mogelijk is, is "schuilplaats".


Kenmerken Perzische leeuw

De Perzische of Aziatische leeuw (Panthera leo persica) is een ondersoort van de leeuw. De dieren zijn slechts iets kleiner dan de Afrikaanse leeuwen en hebben een huidplooi midden over de buik. De manen van de mannelijke leeuw zijn eveneens kleiner. De familiegroepen zijn ook kleiner, meestal twee verwante vrouwtjes met hun jongen.


Overig

In de astronomie is er het sterrenbeeld Leeuw (Leo).


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!