Lariks (Larix) en Buxus (Buxaceae), een boom en struik welke mogelijk in de Bijbel wordt genoemd.
Het Hebreeuwse woord תְּאַשּׁוּר H8391 te'ashur, dat in veel vertalingen met Lariks of Buxus wordt vertaald, komt voor in Jesaja 41:19 en Jesaja 60:13. Een mogelijk derde passage is Ezechiel 27:6 waar staat בַּת־אֲשֻׁרִ֔ים lett. "dochters van Assur" en verschillend vertaalt met "uw berderen" (SV), "dennenhout" (NBV), "cipressen[hout]" (HSV, NETBible).
Het is echter zeer onzeker om welk soort boom het gaat.
תאשור te'ashur; zeer onzeker welke boom mee wordt bedoeld, sommige vertalen met Buxus, anderen met een naaldboom.
Jes. 41:19 JPS "larch (=lariks)"
Jes. 60:13 JPS "larch (=lariks)"
Het moderne Hebreeuwse woord תאשור heeft de betekenis van Lariks, zover bekend komt de Lariks echter van nature niet voor in het Libanon gebergte (uitzoeken)
Aangemaakt 13 juli 2008, laatst gewijzigd 27 maart 2019
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!