Een massebah (Hebreeuws מַצֵּבָה H4676; mv. מַצֶּֽבֶת masseboth) is een gewijde steen.
In de Bijbel zijn verschillende voorbeelden waaruit blijkt dat masseboth werden opgericht ter ere van God, zoals bij Jakob (Gen. 28:18, 22; 31:13) en Mozes (Ex. 24:4). Soms werden ze opgericht als een verbond, zoals tussen Jakob en Laban en kregen ze zelfs een naam (Jegar-sahadutha, Gilead; Gen 31:45, 51-52) of ter nagedachtenis van een dode (Gen 35:20).
Toch blijkt dat deze masseboth niet alleen hiervoor werden toegepast, uit verschillende archeologische opgravingen is gebleken dat ze ook werden gebruikt ter verering van allerlei afgoden en een stenen tegenhanger is van de Ashteroth (de gewijde palen). Het is dan ook niet voor niets dat werd opgeroepen om deze gewijde stenen te vernietigen (Ex. 34:13; Lev. 26:1; Deut. 7:5; 12:3), zodat er geen verering zou plaatsvinden. Verschillende koningen zoals Hizkia braken deze stenen af (2 Kon 18:4).
Aangemaakt 25 juli 2009
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!