Lachai-roi
בְּאֵר לַחַי רֹאִי H883 "Lachai-roi", רֹאֶה H7203 "vision",

Zie ook: Bron, fontein, Plaatsen,

Lachai-Roi, voluit Bron van Lachai-Roi (Hebreeuws בְּאֵר לַחַי רֹאִי H883), een plek in de Sinaï-woestijn waar Hagar vertoefde.

Inhoud

Bijbel

Lachai-roi wordt een drietal keren genoemd in het Oude Testament. De eerste keer komen we deze tegen als vermelding dat de Engel van de Heer bij deze bron Hagar ontmoet (Gen. 16:7), die van haar meesteres Sara was weggevlucht (Gen. 16:6), waarbij we ter identificatie lezen dat deze langs de weg naar Sur lag. Iets verder wordt gezegd dat deze lag tussen Kades en Bered (Gen. 16:14).

Later kwam Izak bij deze bron (Gen. 24:62) en heeft na de dood van zijn vader Abraham een tijdlang bij deze waterput gewoond (Gen. 25:11).


Terminologie

De naam לַחַ֖י רֹאִ֑י is afgeleid van de werkwoorden Chajoh of Chajai 'leven' en Raoh, 'zien, visioen' (S.J. van Ronkel, Beër-Lachia-Roï).


Locatie

De identificatie van de plaats is onzeker, niet alleen bestaat er de mogelijkheid dat de naam door overlevering is verbasterd (J.J. Bimson, p. 251), maar ook dat deze bron zo bij deze gelegenheid is genoemd door Hagar en dat Izak die naam later heeft overgenomen. Immers alleen in deze twee geschiedenissen wordt de naam genoemd.

Op basis van de summiere beschrijving weten we dat het in de richting van de Egyptische grens aan de woestijnweg die naar Sur liep. Hierbij is Kades het Kades-Barnea, terwijl Bered alleen in Gen. 16:14 wordt genoemd. Als we deze weg bekijken vanaf Beersheba, dan is de eerste hindernis bij Be'erotayim, omdat vandaar er een afstand van ruim 30 km moet worden afgelegd waar geen water is te vinden. Mogelijk dat Hagar daar zat voor ze verder ging, mede omdat dit een van de weinige plaatsen is waar ook Izak, met zijn kudden, kon vertoeven omdat daar genoeg water was.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!