Schoondochter
νύμφη G3565 "bruid, vrouw (jonge), schoondochter, vrouw (verloofd)", בַּת H1323 "dochter, meisje, schoondochter, zuster, kleindochter, vrouw (jonge), dochter-dorp", כַּלָּה H3618 "de vrouw zijns zoons, bruid, schoondochter",

Zie ook: familie, clan, huis,

Schoondochter (Hebreeuws כַּלָּה H3618, Grieks νύμφη G3565), de vrouw van een zoon.

Inhoud

Bijbel

We lezen oa. dat Ruth de schoondochter was van Naomi (Ruth 1:6ev.).


Aangemaakt 24 november 2010


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!