Literatuur
Bijbelteksten

Simeon

Simeon (Hebereuws שִׁמְעוֹן ^H8095), zoon van Jakob.

Bijbel

Simeon betekent God hoort, zie de omschrijving in Genesis 29: 32
Is de tweede zoon van Jakob bij Lea (Gen 29:33), vader van een van de 12 stammen van Israël (zie 2). Hij en zijn broer Levi, wreekten zicht op de bewoners van Sichem nadat een prins van deze hun zuster Dina had verkracht. (Gen 34: 1-31) Hierdoor kwam de familie van Jakob in een slecht daglicht te staan bij de omringende buren (Gen 34: 30). Uit Jakobs testament (Gen 49: 5-7) blijkt dat na al die jaren hij nog steeds Simeon en Levi als gewelddadige en onrechtvaardige mannen ziet. En in plaats van een zegen vervloekt hij hen, door te zeggen, dat hun nakomelingen over het gehele land verspreid zullen worden. Dit gebeurd dan ook later, zoals we zullen zien.
Simeon was ook de (half)broer die Jozef in gijzeling hield tot Benjamin bij hem gebracht zou worden in Egypte. (Gen 42: 24). Waarschijnlijk werd hij vastgehouden ipv. zijn oudere broer Ruben, om te voorkomen dat er een machtsstrijd zou ontbranden om het leiderschap.
Simeon was getrouwd met minstens twee vrouwen, waarvan een een Kanaänitische was (Gen. 46: 10), hij had 6 zonen toen hij verhuisde naar Egypte.

Aangemaakt 7 maart 2005

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!