Jaïr (Hebreeuws יָאִיר H2971), meerdere personen in de Bijbel.
De zoon van Manasse (Joz. 13:30; Deut. 3:14; 1 Kon. 4:13).
De zoon van Segub en kleinzoon van Hezron (1 Kron. 2:21-22), mogelijk dezelfde of een verwarring met Jaïr de zoon van Manasse (Richt. 10:4).
Een Gileadiet, die Israël 22 jaar richtte (Richt. 10:3ev.).
De vader van Mordechai, een Benjaminiet (Esth. 2:5).
Een van Davids helden, de zoon van Elhanan (2 Sam. 20:26; 1 Kron. 20:5).
Jaïr, betekenis "(hij) die verlicht"
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!