Maria (Grieks Μαρία G3137), een persoon in de Bijbel.
Maria, de moeder van Markus (Hand. 12:12), gezien het feit dat hier wordt verwezen naar "het huis van Maria", was zij zeer waarschijnlijk weduwe.
Daar Markus een neef was van Barnabas (Col. 4: 10), was zij of de zus of schoonzus van Barnabas. Als schoonzus zou ze als weduwe gelost moeten worden (wat nergens blijkt), zodat ze zeer waarschijnlijk de zus van Barnabas was. Dit wordt versterkt door het feit dat Barnabas Markus meenam op zijn reizen en dus veel zorg aan hem besteedde (iets wat normaal de losser zou moeten doen).