Astrologie (christelijke)

Zie ook: Artikelen Blog, Astrologie, Dwaalleringen,

Christelijke astrologie is een christelijke variant op astrologie, waarbij de beoefenaars menen dat er in de sterrenhemel een astrologische boodschap is verborgen. Veelal willen ze die ook in verband brengen met de wederkomst van Christus of de eindtijd, in de loop der eeuwen zijn dan ook honderden voorspellingen gedaan die allemaal niet zijn uitgekomen.

Inhoud

Bijbel

De Bijbel spreekt niet uitvoerig over astrologie, maar wat het erover zegt is bijna altijd negatief. De enige positieve, of beter gezegd neutrale, verwijzing is die van de 'Magoi' die de "ster" van het kind Jezus zagen. Het woord Magoi kan men vertalen als astrologen (hoewel het in die tijd een iets ruimere betekenis had). En het is mogelijk, dat zij geïnformeerd waren door de profetieën uit de Bijbel over de komst van de Verlosser. De huidige hypothese is dat deze 'ster' een conjunctie van planeten was. Het feit dat God hierdoor sprak wil nog allerminst zeggen dat hiermee astrologie gelegaliseerd is (God sprak ook eens door de ezel van Bileam! Daarom is het nog niet zo dat alle ezels spreken).

Aan de andere kant is de Bijbel zeer duidelijk in zijn waarschuwingen tegen astrologen en andere praktiserenden van toekomst voorspellen. Jesaja 47:13 zegt tegen de astrologen" "zij die de hemel waarnemen, die in de sterren kijken, die de nieuwe manen voorzeggen; en laat ze u verlossen van die dingen, die over u zullen komen. ... het vuur zal ze verbranden". In 2 Koningen 17:16 wordt verhaalt van de Israëlieten die vervallen in de aanbidding van alle heir des hemelsen wat kwaad was in de ogen des Heren. In vers 30 worden zelfs een aantal sterrenkundige objecten genoemd welke worden vereerd:

Andere verwijzingen naar astrologische verering van sterren kan men vinden in Amos 5:25-27 en Handelingen 7:42. Hierbij moet men in het achterhoofd houden, dat dit ten zwaarste verboden was (Deut. 4:19; 17:3; "Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan en de sterren, des hemels gansche heir; en wordt aangedreven, dat gij voor die buigt, en hen dient."; Job 31:26-28) Ook een Jeremia (10:2) waarschuwde de mensen om niet bang te worden van de tekenen aan de hemel, zelfs als de anderen dat wel doen. Tot slot dient Daniel genoemd te worden die leefde gedurende de Babylonische ballingschap en daar de reeds eerder behandelde astrologen tegen kwam. Belangrijk is de afwijzing die hier tegen deze praktijken wordt genoemd: "De verborgenheid, die de koning eist, kunnen de wijzen, de sterrenkijkers, de tovenaars en de waarzeggers de koning niet te kennen geven." (Dan. 2:27).


Systematiek

Er is een vast patroon in hoe christenen die astrologie beoefenen bepaalde gebeurtenissen aan de sterrenhemel beargumenteren:

  1. Er wordt gesteld dat het nooit eerder is gebeurd (wat in bijna alle gevallen niet zo is);
  2. Als het wel eerder is gebeurd dan wordt soms met jaren verschil gewezen naar die gebeurtenissen en gekoppeld met oorlogen of andere dingen die niets daarmee te maken hebben;
  3. Er wordt vaak verwezen naar de NASA om hun beweringen kracht bij te zetten. Hierbij is interessant dat eigen onderzoek uitwees dat in de jaren 1970-1981 geen enkele keer de NASA zoiets had beweerd;
  4. Vaak zijn er verbindingen met complottheorieën; Bijvoorbeeld dat de reguliere wetenschap niet is te vertrouwen, of dat de hier bovengenoemde NASA allemaal leugens verkondigd.
  5. Bij christenen wordt bijna altijd teruggegrepen op het boek van E.W. Bullinger "Het Getuigenis van de Sterren";
  6. Als blijkt dat hun profetie niet uitkomt, dan stelt men dat er een fout in de formule is en komt met of een nieuwe datum, of stelt dat het de schuld van de mensheid is, of probeert daarna hun profetie te verdoezelen (bv. door verwijderen van hun website, of uitgevers de schuld te geven dat hun naam 'illegaal' is gebruikt voor het boek), echter in 100% van de onderzochte gevallen gaf de persoon aan dat hij niet zelf fout was;

Ook valt op dat ze proberen astrologie goed te praten, bijvoorbeeld D. Matson zegt "Bijbelse astrologie is in overeenstemming met de Bijbel in zijn intentie om de tekens aan de hemel te tonen. Moderne astrologie past de wensen en plannen van mensen in, en is in strijd met de Schrift. Bijbelse astrologie past bij het oorspronkelijke ontwerp van de plaats van de sterren aan de hemel als indicatoren van Gods plan." (D. Matson, Israël: Het Handschrift aan de hemel, p.8) en gaat totaal voorbij aan de vele hier bovengenoemde waarschuwingen in de Bijbel.


Ontstaan van christelijke astrologie

Bijna alle moderne boeken over christelijke astrologie zijn terug te herleiden naar het boek van E.W. BullingerHet Getuigenis van de Sterren“. Dit boek geeft een theologisch aandoende beschrijving wat er aan de sterrenhemel is te zien. Of zoals het op de achterkant staat: “Dit boek geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden.” In de Bijbel lezen we hoe “de hemelen Gods eer vertellen” (Ps. 19:2a), en dat God “het getal der sterren kent; Hij noemt ze alle bij namen” (Ps. 147:4).

Op basis van deze twee stellingen vraagt de schrijver zich af wat die namen dan wel zijn en hoe die dan Gods eer kunnen vertellen. Hij ziet een profetische betekenis in deze namen en de situering van de sterren aan de hemel (E.W. Bullinger, p. 9). Maar alvorens wij een profetische betekenis kunnen geven, is het van belang of wij kunnen bepalen welke namen God aan de sterren heeft gegeven, en de schrijver verwijst dan naar bekende Bijbelgedeeltes als Job 9 en Job 38 waar een aantal benamingen van sterren of sterrenbeelden wordt gegeven (E.W. Bullinger, p. 17). Echter er zijn met het blote oog ruim 3000 sterren zichtbaar terwijl in de Bijbel slechts een handvol worden genoemd, zelfs de sterrenbeelden waarvan er ongeveer 90 zijn worden niet allemaal genoemd. Om deze namen dus te achterhalen moet de schrijver dus wel andere seculiere bronnen op na slaan.

Nu is het gros van de huidige sterrennamen afkomstig van de Arabieren of de Grieken. Sommige van deze namen zijn weer afgeleid van oudere namen die de Babyloniërs en Sumeriërs deze sterren hebben gegeven. De benaming van de Arabieren en de Grieken hadden voornamelijk tot doel als navigatiehulp voor hun reizen, hetzij in de woestijn hetzij op zee, vandaar dat veel sterrenbeelden betrekking hebben op Griekse mythes (dat was nl. gemakkelijker te onthouden). Het is zelfs zo dat verschillende sterrenbeelden samen weer een groep vormen die samen een mythe vormen. Bijvoorbeeld het sterrenbeeld Perseus is gesitueerd in de buurt van Andromeda die hij moest redden van het watermonster Cetus, zelfs de ouders van Andromeda, koning Cepheus en koningin Cassiopea komen voor als sterrenbeelden, terwijl de ster Algol (Persii b) in connectie wordt gebracht met het hoofd van de verschrikkelijke Medusa. De Babyloniërs en Sumeriërs daarentegen bedreven astrolatrie (het aanbidden van hemellichamen zoals de Zon, Maan en planeten) vermengd met een grote dosis astrologie. In de Bijbel zien we dan ook verschillende van deze sterrengoden genoemd (2 Kon. 17:30) en de waarschuwing dat deze NIET aanbeden mogen worden (2 Kon. 17:16). In Jesaja 47:13 wordt tegen deze astrologen het volgende gezegd “zij die de hemel waarnemen, die in de sterren kijken, die de nieuwe manen voorzeggen; en laat ze u verlossen van die dingen, die over u zullen komen. … het vuur zal ze verbranden”.

Dus bij het bestuderen van deze seculiere bronnen moet men zeer kritisch zijn en de diverse seculiere bronnen niet verwarren met hetgeen in de Bijbel staat. Bovendien moeten wij constant in het achterhoofd houden dat God de schepper is van deze hemellichamen.

E.W. Bullinger heeft het boek netjes opgedeeld in verschillende hoofdstukken die allemaal gaan over een bepaald sterrenbeeld. Helaas blijkt dat hij de diverse astronomische vaktermen door elkaar haalt, zo stelt hij (E.W. Bullinger,p. 43) dat het sterrenbeeld Coma (Berenices) op oude Dierenriemen wordt weergegeven. De Dierenriem ofwel de Zodiak zijn die sterrenbeelden waar de Zon, Maan en planeten doorheen trekken. Gezien de locatie aan de hemel, is het absoluut onmogelijk dat dit sterrenbeeld onderdeel uitmaakt van de Dierenriem. Een ander voorbeeld betreft de Ster van Bethlehem (E.W. Bullinger, p. 47), hij geeft aan dat in 125 v.C. een nieuwe ster verscheen, hij bedoelt een supernova. Echter een supernova is geen nieuwe ster maar juist het einde van een ster, dit blijkt ook uit het feit dat supernovae na een aantal dagen tot weken zwakker worden en uiteindelijk helemaal onzichtbaar worden. Blijkbaar kende Bullinger dit feit niet in tegenstelling tot de toenmalige astronomen!

In ieder hoofdstuk worden de vele namen van sterren genoemd en tot mijn verbazing bijna allemaal herleidt naar een Hebreeuws woord. Vreemd genoeg blijkt dat deze benamingen bijna altijd strijdig zijn met de werkelijke betekenis. De vraag is dan ook gerechtigd welke bronnen de schrijver hanteerde en waarom astronomen als L. Ideler, G. Schiaparelli en R.H. Allen, allen tijdgenoten en de eerste twee bovendien christenen deze bronnen niet hadden? Hoe komt het dat deze astronomen tot andere conclusies komen en deze ook heden ten dage nog steeds niet weerlegd zijn?

Voor alle duidelijkheid zal ik een lijst geven van enige sterren met hun betekenis:


Ster

Betekenis volgens Bullinger

Bijbeltekst

Echte betekenis

Achernar (Eridanus)

Het laatste gedeelte van de rivier (van vuur)

2Tes.1:7-8; Nah.1:5-6

afk. van Al Ahir al Nahr = Het einde van de rivier (Ar.)

Aldebaran (Taurus)

De Gouverneur

Ps. 22:28; Zach.9:7

van Al Dabaran = de volgeling (Ar.) nl. van de Pleïaden

Alioth (Ursa Major)

Schaap, Zonde-offer

Lev.16:15,27

Van Al Hawar (Ar.) Het wit van het oog

Altair (Aquila)

De gewonde

Ps.38:2,10; Jes.53:5

afk. van Al nasr al Taïr = de vliegende adelaar (Ar.)

Antares (Scorpio)

Verwonden

Jes. 53:5; Zach.13:6

Van gelijk aan, of rivaal van Ares (=Mars) (Gr.)

Arcturus (Boötes)

Hij komt

Ps. 96:13

Berenhoeder (Gr.)

Bellatrix (Orion)

Snel vernietigend

Ez.28:16

De vrouwelijke vechtster (Gr.)

Betelgeuze (Orion)

De Spruit die komt

Jes.4:2; Mal. 3:1-2

afk. van Ibt al Jauzah = de oksel van Jauzah (Ar.)

Canopus (Argo Navis)

Het bezit van Hem Die komt.

Jes. 60:4-9

Roer (?) (Gr.)

Capella (Auriga)

Vrouwelijke geit

Ez. 37:22-24

Vrouwelijke geit (Lat.)

Castor (Gemini)

Richter

Hand.7:27,35; Deut.18:15

Bever (Gr)

Deneb (Cygnus)

De rechter

Ps.9:8

Afk. van Al Dhanab al Dajajah (Ar.) = De staart van de krab

Fomalhaut (Pisces Australis)

Mond van de Vis

Mond van de Vis

Pollux (Gemini)

Hij die komt om te lijden

1Petr.1:11; Ps. 22

van Polydeuces = veel zoete wijn (Gr.)

Procyon (Can. Minor)

De redder

Jes.59:19-20; Jes.49:24-26

Voor de hond (Gr.) cf. het Latijnse equivalent Antecanis

Regulus (Leo)

Onder de voeten vertrappen

Jes.63:3; Gen.3:15

Afgeleid van Rex, zo genoemd door Copernicus

Rigel (Orion)

De voet die verplettert

Gen.3:15

afk. van Rijl Jauzah al Yesra = Linker voet van de Jauzah (Ar.)

Sirius (Canis Major)

Prins

Jes. 9: 6

De schitterende (Arabisch)

Spica (Virgo)

De Spruit

Zach.3:8; 6:12

Korenaar (Lat.)

Vega (Lyra)

Hij zal worden verheven

Jes. 52: 13

De woestijn (Ar.)

Sommige benamingen kwamen pas eeuwen nadat de Bijbel was geschreven in zwang, zoals Regulus. Andere zoals Coma Berenices is zelfs duidelijk door wie deze benaming is gegevens en wanneer, namelijk door de Griek Conon in het jaar 243 v.C. ter ere van de vrouw van Euergetes. De opmerking van Bullinger (E.W. Bullinger, p. 45) dat dit sterrenbeeld niet voorkomt op de dierenriem van de tempel van Dendera (Egypte) is dan ook volkomen correct, daar dit sterrenbeeld toen nog niet bestond. Coma is Grieks en de betekenis in het Nederlands is “Haar van Berenices”, de betekenis die Bullinger er aangeeft (E.W. Bullinger, p. 43) “Begeerde” van het Hebreeuws “chamad” is dan ook klinkklare onzin. Het “concrete bewijs … dat dit een verdraaiing is” door erop te wijzen dat “een oude Egyptische naam voor dit sterrenbeeld Shes-nu, de begeerde zoon!” is stuit op een aantal problemen: Ten eerste noemden de Egyptenaren deze plek “de vele sterren” (R.H. Allen, p. 171), ten tweede is er duidelijk bewijs dat dit sterrenbeeld een Griekse benaming heeft gekregen (R.H. Allen, p. 168-169).

Op bovengenoemde manier kunnen vele woorden opnieuw worden uitgelegd, beter is om ons zelf de vraag te stellen, dat als we al moeten twijfelen aan de betekenis die Bullinger geeft aan de diverse sterren en sterrenbeelden, wat we van de “profetische betekenis” moeten denken.

De uitgever van de Nederlandse uitgave schrijft al in het voorwoord dat ze de vrijheid hebben genomen om sommige te gedateerde zaken weg te laten. Als men deze uitgave met het origineel vergelijkt dan blijkt dat er een compleet hoofdstuk is weggelaten nl. “For Signs and for Seasons” in dit hoofdstuk worden diverse berekeningen gemaakt gekoppeld aan allerlei datums om zo te laten zien dat er een koppeling is tussen gebeurtenissen op Aarde en de bewegingen van sterren. Waar nodig wordt zelfs gebruik gemaakt van Gematria het rekenkundige onderdeel van het occulte Kabbala. Door dit soort berekeningen kunnen sommige gebeurtenissen heel profetisch lijken maar in werkelijkheid wordt hier een vorm van astrologie gehanteerd. De uitgeefster kan dan wel onder het mom van “gedateerd” zo’n hoofdstuk weglaten, maar het geeft wel aan dat “Wat echter blijft staan, is een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren” niet helemaal de waarheid is. De Bijbel geeft aan dat je geen astrologie mag bedrijven, dit valt niet te omzeilen door er een christelijk sausje om heen te doen en sommige erg choquerende zaken maar te verdoezelen. Astrologie is geen getuigenis van de sterren, maar een occulte afgodendienst aan sterren.

Als christenen mogen wij zeker naar Gods wonderlijke schepping van sterren kijken en hoe meer je er van ziet en leert hoe meer je tot het besef komt hoe groot God is, dat is het getuigenis van de sterren.

Helaas zijn er de afgelopen tijd verschillende schrijvers geïnspireerd geraakt door deze voorloper van de New Age beweging, ik kan dan ook alleen maar naar aanleiding van bovenstaand schrijven concluderen, om zeer nauwkeurig dit soort boeken te onderzoeken met de Schrift erbij. Daarnaast blijkt hoezeer het nodig is om ook diverse woordenboeken te hanteren, daar gebleken is dat deze schrijvers op zeer handige manier woorden transponeren naar een andere taal en pas dan gaan beginnen met vertalen.


Aangemaakt 31 maart 2011, laatst bijgewerkt 21 maart 2020


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!