Aalmoes (Grieks ἐλεημοσύνη G1654), gift die uit liefde (lett. uit medelijden en barmhartigheid) aan de arme wordt geschonken.
Een daad van barmhartigheid, daarom vooral gegeven aan de bedelaars (Hand. 3:2). De farizeeën gaven in het openbaar om daarom geprezen te worden (Mat. 6:1-4; Luk. 11:41; 12:33). Terwijl juist Cornelius (Hand. 10:2ev.) en Dorcas (Hand. 9:36) hierom werd geprezen.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |