Literatuur
Bijbelteksten

Payot, peies, haarlokken

Jemenitische Jood

Payot (Hebreeuws פֵּאָה ^H6285, mv. פֵּאוֹת, Jiddisch peies) zijn de haarlokken die (orthodoxe) Joodse mannen laten groeien omdat dit een van hun mitswot (Joodse wetten, 346, 593-597) is.

Bijbel

Volgens de Mozaïsche wetgeving mogen de haren aan de zijkanten van het hoofd niet afgeschoren worden (Lev. 19:27) en al helemaal niet bij rouw (Lev. 21:5). Salomo zegt over zichzelf dat zijn haarlokken nat zijn van de dauw (Hoogl. 5:2) en gekruld waren (Hoogl. 5:11), er wordt echter een specifiek woord קְוֻצּוֹת ^H6977 qĕwuṣṣôt "haarlokken" (zo genoemd naar het afknippen ervan) gebruikt en hoeft niet te slaan op al zijn haar. Dit laatste wordt bevestigd door teksten in Jeremia waar wordt geschreven dat de heidenen hun haarlokken hadden afgeknipt (Jer. 9:26; 25:23; 49:32).

Terminologie

Payot het meervoud פֵּאוֹת van פֵּאָה ^H6285 "hoeken" en afgeleid van het gebod in Leviticus 19:27 "Je mag de zijden [פְּאַ֥ת ^H6285] van je hoofd niet afscheren". Het Jiddisch peies is hiervan afgeleid (EtymologieBank, lemma peies; H. Beem, p. 93).

Jemenitische Joden noemen de haarlokken סִימָנִים sîmānîm "tekens" (cf. Jastrow, lemma סִימָן), omdat hun langgerolde zijlokken een onderscheidend kenmerk waren in de Jemenitische samenleving (i.e. onderscheid brachten tussen hen en hun niet-Joodse buren).

Jodendom

De meeste (orthodoxe) Joden dragen lang gekrulde lokken, er zijn echter verschillende modes of stijlen te herkennen. De meesten dragen ze voor hun oren, er zijn echter groeperingen, zoals de Litouwse Joden, die ze juist achter de oren dragen. Anderen hebben de gewoonte om ze naar boven te duwen en te verstoppen onder hun keppel of hoed, mogelijk om zo antisemitisme te voorkomen en toch aan hun religieuze verplichting te kunnen voldoen.

Overig

Opvallend is dat in veel Bijbelse films de Joden nooit payot dragen, terwijl in antisemitische cartoons dit een steevast onderdeel is.

Aangemaakt 7 juni 2020

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!