Eerstgeborene
πρωτότοκος G4416 "eerstgeborene", בְּכוֹר H1060 "eerstgeborene, eersteling, eerstgeboorte",

Zie ook: Eerstgeboorte(recht),

Oorspronkelijk gaf men met 'eerstgeborene' enkel aan, dat iemand in het gezin het eerst geboren was.

Inhoud

Bijbel

De eerstgeboren zoon werd echter ook de belangrijkste zoon geacht. Hij had het eerstgeboorterecht en ontving de eerstgeboorte zegen. Op den duur kwam steeds meer de nadruk te liggen op de voorrang die de eerstgeborene had boven zijn broers. Het werd een soort titel, die je zou kunnen weergeven met 'de voornaamste'. We zien dat in Gen. 49: 3, 4. Eerst noemt Jakob zijn zoon Ruben 'mijn eerstgeborene' en 'de voornaamste', maar daarna zegt hij: 'Gij zult de voornaamste niet zijn'. Het werd zo, dat Jozef het eerstgeboorterecht kreeg en een dubbel deel als erfenis ontving en dat Juda de voornaamste werd. We zien dat beschreven in 1 Kron. 5:1-6.

Jezus als eerstgeborene

We lezen in de Bijbel vijfmaal dat Jezus Christus de Eerstgeborene genoemd wordt (Rom. 8:29; Col. 1:15,18; Hebr. 1:6; Opb. 1:5) en vijfmaal wordt Hij aangeduid als (of vergeleken met) de Eniggeborene (Joh. 1:14,18; 3:16, 18; 1 Joh. 4:9). De eerste term geeft altijd zijn verhouding aan tot andere personen of zaken in de schepping en ziet op rangorde. De tweede term heeft betrekking op de verhouding tot God, zijn Vader en ziet op de liefde band tussen de Vader en Hem.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!