Exodus, Uittocht

Zie ook: Beeldbank, Exodus halteplaatsen, Farao (Exodus), Jaar (Nieuw), Volksverhuizingen,

Met de Exodus of Uittocht wordt het vertrek van de Joden uit Egypte naar het beloofde land bedoeld.

Inhoud

Bijbel

De uittocht van de Joden uit Egypte naar het beloofde land wordt beschreven in de Bijbelboeken Exodus tot en met Deuteronomium.

Voorafgaand aan de Uittocht

Als eerste zien we dat het volk onder slechte omstandigheden leeft en dat de farao opdracht geeft om de pasgeboren baby's te vermoorden (Ex. 1:8ev.), hierbij wordt Mozes gered, doordat zijn moeder hem in een mandje in de Nijl legt en zo wordt gevonden door een Egyptische prinses en door die wordt opgevoed. Later als Mozes is gevlucht, krijgt hij bij de brandende (braam)struik van God de opdracht om terug te keren naar Egypte en het volk te bevrijden en naar het beloofde land te brengen. Wie de farao was ten tijde van de Uittocht is niet geheel duidelijk (→ Farao Uittocht). Vervolgens komen er de tien plagen voor de farao het volk laat gaan. Als het volk onder leiding van Mozes op weg gaat, worden ze achtervolgt door de farao met zijn leger en ingehaald bij Pi-hachiroth. Op dat moment verschijnt de Shekina die voorkomt dat het leger het volk kan aanvallen en vervolgens komt de Rode Zee droog te staan zodat het volk erdoorheen kan trekken. Als na afloop de farao zijn legers alsnog eropaf stuurt verdrinkt dit leger in het terugkerende water.

De Uittocht

We lezen dat het volk diverse halteplaatsen aandoen. Vanuit Egypte zijn er drie routes om in het beloofde land te komen. Van de noordelijke, langs de Middellandse Zee, wordt in Ex. 13:17 expliciet gezegd dat ze deze weg niet mochten nemen. Hierdoor blijft de centrale en zuidelijke route over, waarbij, door het niet kunnen determineren van alle plaatsen, niet mogelijk is om te bepalen welke route ze namen (→ Halteplaatsen Uittocht).


Populatie

In Num. 1:46 en Num. 2:32 lezen we dat 603.550 mannen meegingen (dus excl. kinderen, vrouwen en ouderen), op basis hiervan gaat men er vanuit dat een kleine 2 miljoen mensen meegingen met de Uittocht. Vaak struikelen theologen over deze grote aantallen en stellen dat er een fout moet staan in de genoemde getallen. Zo willen ze het getal אֶלֶף H505 "duizend" vertalen als clan, om zo het aantal te verminderen: "Gedurende een hele tijd werd namelijk de Hebreeuwse tekst van de Bijbel zonder klinkers geschreven, en als een gevolg daarvan ontstond er al eens verwarring tussen de Hebreeuwse woorden ‘Alef’ en ‘Alluf’, die er zonder klinkers gelijk uitzien. ‘Alef’ staat voor het getal ‘duizend’, maar werd ook gebruikt voor bijvoorbeeld ‘familie’" (J. Telder, Kronos). Dit geeft grammaticaal problemen in teksten als Num. 1:46 omdat het onderdeel uitmaakt van het getal zelf en als woord volledig is uitgeschreven.

Ook tegenwoordig zijn er voorbeelden van grote populaties mensen die bij elkaar komen op een relatief klein gebied. Tijdens kleine feesten zien we dat in  een partytent van 12x7 m ruim 45 mensen incl. tafels bij elkaar komen. Als je deze tafels weghaalt is er ruimte tot 125 mensen. In India zien we dat in eenzelfde grote ruimte soms wel 200 mensen slapen. In de praktijk houdt dat in dat op een 3 km2 al deze mensen die meegingen op de Uittocht konden slapen in tenten. Dit kunnen we vergelijken met het jaarlijkse tentenkamp in de plaats Mina (vlak bij Mekka) waar meer dan 3 miljoen mensen komen op 5 km2, maar dan wel met modern comfort (en dus meer ruimte innemen dan strikt noodzakelijk).

Opstelling

De opstelling bij een halteplaats was dat ze rondom de tabernakel moesten staan volgens de windrichtingen:

Oosten Juda Numeri 2:3-4 74600
Issaschar Numeri 2:5-6 54400
Zebulon Numeri 2:7-8 57400
Numeri 2:9 186400
Zuiden Ruben Numeri 2:10-11 46500
Simeon Numeri 2:12-13 59300
Gad Numeri 2:14-15 45650
Numeri 2:16 151450
Westen Efraim Numeri 2:18-19 40500
Manasse Numeri 2:20-21 32200
Benjamin Numeri 2:22-23 35400
Numeri 2:24 108100
Noorden Dan Numeri 2:25-26 62700
Aser Numeri 2:27-28 41500
Nafthali Numeri 2:29-30 53400
Numeri 2:31 157600
Totaal 603550

Op sommige plaatjes zie je dan ook dat dit afgebeeld wordt in een "kruisvorm" en willen de makers van deze plaatjes er een symbolische betekenis aan geven (als henenwijzing naar Christus), echter ze vergeten dat in Num. 2:2 staat מִנֶּ֕גֶד סָבִ֥יב minneged sābîb "rondom tegenover", terwijl bij iedere windrichting ook nog eens wordt aangeven dat twee stammen steeds חֹנִ֥ים ḥōnîm "naast" de eerstgenoemde stam stonden (Num. 2:5, 12, 20, 27). Echter stel dat de opstelling in een kruisvorm was en uitgaande dat het voorhof van de tabernakel 22,5 x 45 m (50 x 100 el) is en uitgaande dat er één persoon per m2 sliep, dan krijg je het volgende schema:

mannen

incl. vrouwen
en kinderen

oosten 8,3 km 27,3 km afstand
zuiden 3,4 km 11,1 km afstand
westen 4,8 km 15,9 km afstand
noorden 3,5 km 11,6 km afstand

Dit zijn enorme afstanden, waarvan dan degenen die het verst van de tabernakel zijn gelegerd meer dan halve tot een hele dagreis moesten lopen om bij de tabernakel te komen. Rekent men ook de dieren die meegingen mee en gaan we voor het gemak er vanuit dat die aan de flanken waren, dan houdt dat praktisch in dat een dagreis slechts 10 km is en dus degenen die het verst van de tabernakel waren tot drie dagreizen later pas zich konden legeren. Dit komt zeer ongeloofwaardig over, temeer daar ook vanuit strategisch oogpunt een kruisvorm zeer onlogisch is, omdat men zich zo nauwelijks kan verdedigen tegen vijanden, vanwege de vele flanken (zie bv. de gevechten met de koning van Harad in Num. 21, de Midianieten in Num. 31 en anderen Deut. 2). Op basis van de tekst is dan ook de opstelling van de stammen in de hiernaast geplaatste schematische afbeelding het meest waarschijnlijk.


Bewijzen voor de Uittocht

Op dit moment zijn er geen concrete bewijzen gevonden dat er ooit een Uittocht heeft plaatsgevonden.

Historische verwijzingen

De Joodse Ezechiël de Treurspeldichter (3de eeuw v.C.) schreef in Alexandrië (Egypte) zijn Exagōgē over de Uittocht uit Egypte (H. Jacobson, The Exagoge of Ezekiel, [2009]).

Een van de eerste Egyptische vermeldingen van een Uittocht door de Joden is van de priester Manetho in zijn verloren gegane geschrift Aegyptiaca, welke door Fl. Josephus (37 - ~100 n.C.) wordt geciteerd (Fl. Josephus, Contra Apionem, 2.8). Tatian (~120 – ~180 n.C.) schreef: "Of the Egyptians also there are accurate chronicles. Ptolemy, not the king, but a priest of Mendes, is the interpreter of their affairs. This writer, narrating the acts of the kings, says that the departure of the Jews from Egypt to the places whither they went occurred in the time of king Amosis, under the leadership of Moses. He thus speaks: "Amosis lived in the time of king Inachus." After him, Apion the grammarian, a man most highly esteemed, in the fourth book of his Aegyptiaca (there are five books of his), besides many other things, says that Amosis destroyed Avaris in the time of the Argive Inachus, as the Mendesian Ptolemy wrote in his annals" (Tation, Oratio ad Graecos, 38).

Ipuwer papyrus

Ipuwer papyrus

Veelal wordt de Ipuwer Papyrus (oud Leiden 344, nieuw AMS 27 vel 4), welke in het Leids Museum is opgeslagen, genoemd. Het manuscript zelf is uit 1250 v.C. op basis van het materiaal waarop de tekst is geschreven, echter het is ook duidelijk dat het is overgeschreven en de tekst zelf veel ouder is (ca. 2100–1700 v.C.; Alan B. Lloyd, p. 83; N. Shupak, p. 93). Het was Velikovsky die een link legde met de Uittocht (I. Velikovsky, Eeuwen in Chaos, p. 18-31) en de vertaling van Gardiner (Sir A. Gardiner, The admonitions of an Egyptian sage from a hieratic papyrus in Leiden (Pap. Leiden 344 recto), [1909]) volgde (en waarvan diverse pdf's op internet zijn te vinden). Echter sindsdien is de kennis van het Egyptisch toegenomen en zijn er nieuwere vertalingen gemaakt die in detail anders zijn. Helaas zien we dat degenen die deze papyrus als bewijs aanhalen niet de recente vertalingen gebruiken en ook eraan voorbijgegaan dat dit geschrift tot een bepaald genre binnen de Egyptische literatuur van het Oude en Middenrijk behoort en waarvan ook "De profetieën van Neferti" en "De klaagzangen van Khakhaperre-sonb" toe behoren. Het is vanwege dit genre en het niet kunnen koppelen aan een exacte tijdsperiode dat we het niet als bewijs voor de Uittocht kunnen gebruiken.

Archeologische verwijzingen

Op dit moment zijn er geen overtuigende archeologische bewijzen gevonden.

Berg Sinaï

Zie hoofdartikel → Berg Sinaï

Men heeft in de loop der tijd diverse locaties aangewezen die zouden voldoen aan de berg Sinaï. Echter in de meeste gevallen zijn de "gevonden bewijzen" zeer speculatief en anders uit te leggen.


Laatst bijgewerkt 8 maart 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!