Jakobus (brief)

Zie ook: Nieuwe Testament,

Inhoud

Titel

Brief van Jakobus


Auteur

Jakobus, een halfbroer van Jezus


Ontstaan

45 tot 48 na Christus


Thema

Jakobus wijst op het belang van de christelijke levenswandel, zowel als bewijs voor de echtheid van het geloof, als om de wereld te tonen dat het goede nieuws mensenlevens verandert.
De brief is gericht aan Joodse christenen om praktische adviezen te geven voor de christelijke levenswandel. De brief bevat vele korte, kernachtige uitspraken. De problemen die Jakobus aansnijdt laten iets zien van de moeilijkheden, waarmee de gemeente te maken had. Trots, discriminatie, hebzucht, losbandigheid, huichelarij, wereldgezindheid en kwaadsprekerij. De schrijver probeert deze zonden aan te pakken door te laten zien dat geloof zonder goede werken een dood geloof is. Daarmee bedoelt hij dat het belijden van het geloof op zich niet voldoende is, maar dat echt geloof pas tot uiting komt in een goed leven, net zoals een goede boom goede vruchten voortbrengt en geen distels.


Synopsis

  1. De kenmerken van ware godsvrucht.
    1. Vreugde en geduld, ook in vervolging (1:2-4)
    2. Onwankelbaar geloof en eenheid van geest (1:5-8)
    3. Aanvaarden van de hoogten en laagten in het leven (1:9-11)
    4. Het weerstaan aan verzoekingen (1:12)
    5. Het kennen van de oorzaken van verzoekingen (1:13-15)
    6. Weten Wie aan de oorsprong ligt van al onze zegeningen (1:16-18)
    7. Een geestelijk oor, overleg bij het spreken en geduld bij tegenstand (1:19-20)
    8. Waakzaam voor het kwade en ontvankelijk voor het goede (1:21)
    9. Het waarheid onderzoeken en toepassen (1:25)
    10. Naastenliefde en zuiverheid betrachten (1:27)
    11. Goede werken:
      1. Als bewijs van echtheid van geloof (2:18)
      2. Om het geloof te ontwikkelen (2:21-25)
    12. Hemelse wijsheid (3:17-18)
  2. Kenmerken van valse religie
    1. Onzorgvuldig omgaan met het Woord (1:22-24)
    2. Een ongecontroleerde tong (1:26)
    3. Ophemelen van personen; de rijken hoger achten (2:1-9)
    4. De wet slechts gedeeltelijk gehoorzamen (2:10-12)
    5. Ondankbaarheid (2:13)
    6. Geloof zonder werken van hulp en naastenliefde (2:14-16)
    7. Dood geloof (2:17-18)
    8. De waarheid intelectueel benaderen, zonder dat ze je leven verandert (2:19-20)
    9. Ongecontroleerd en vernietigend gebruik van de tong (3:1-8)
    10. Vloek en zegen die uit dezelfde mond komen (3:9-12)
    11. Strijd en satanische invloed (3:14-16)
    12. Rusteloosheid en onheilige begeerten (4:1-2)
    13. Onverhoorde gebeden en wereldgelijkvormigheid (4:3-4)
    14. Trots, dwaasheid, onzuiverheid, dubbelzinnigheid, berouwloosheid (4:5-9)
    15. Kwaadspreken en onbarmhartig oordelen (4:11-12)
    16. Geen rekening houden met God bij het maken van plannen (4:13-16)
    17. Verwaarlozen van plichten (4:17)
  3. Waarschuwingen, bemoedigingen, aanwijzingen
    1. Waarschuwingen voor de rijken
      1. In verband met komende elende (5:1-2)
      2. Respect voor welstand en het achterhouden van het loon der armen (5:3-4)
      3. In verband met de jacht naar genot en het minachten van de rechtvaardigen (5:5-6)
    2. Over de komst van de Here:
      1. Geduldig en standvastig zijn en niet morren (5:7-10)
      2. De profeten en Job tot voorbeeld nemen van geduldig lijden (5:10-11)
      3. Niet zweren maar trouw zijn aan het gegeven woord (5:12)
    3. Aanwijzingen in verband met bidden, belijden van zonden en getuigen:
      1. Gebed bij moeilijkheden en voor de zieken (5:13-15)
      2. Het belijden van zonden (5:16)
      3. Eliah als voorbeeld van gebed (5:16-18)
      4. De opdracht om zielen te winnen (5:20)

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!