Zonstilstand (Jozua)

Zie ook: Gibeon (slag bij), Hagel, Maanstilstand (Jozua),

Inhoud

Bijbel

Nadat de inwoners van de stad Gibeon de hulp van Jozua en zijn strijdmacht hadden ingeroepen, vertrekt Jozua ’s nachts met grote spoed van Gilgal naar Gibeon (ongeveer 20 km). In de vroege morgen overvalt hij de vijand, die dacht dat de ze nog ver weg waren en begint de slag bij Gibeon. Vervolgens deed God de Amorieten in verwarring raken (Joz 10:10), zeer waarschijnlijk door een zwaar onweer op hen los te laten barsten, zodat ze geen geregelde tegenstand kan bieden. De Amorieten lijden een gevoelige nederlaag en moeten vluchten in N.W. richting en proberen via de bergpas van Beth-Horon te ontsnappen naar Azeka en Makkeda. Voordat zij echter deze steden bereikten, waren al velen gesneuveld en nog meer waren er verpletterd door de zware hagelstenen, die God op de Amorieten deed neerstorten (Joz 10:11). Omdat de strijd nog niet was beslecht sprak Jozua de gevleugelde woorden "Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon!" (Joz. 10:12), waarop de zon een volle dag bleef staan (Joz. 10:13).


Hypotheses

Velen hebben zich afgevraagd wat met deze passage is bedoeld en hebben verschillende hypotheses bedacht.

  1. De rotatie van de Aarde om zijn as is tijdelijk gestopt, door een kosmische bijna botsing, waardoor het leek dat de Zon en Maan stil bleven staan;
  2. De Aarde ging door een kosmische bijna botsing in een andere baan om de Zon;
  3. Een zonsverduistering;
  4. Er wordt niet letterlijk gesproken over een stilstand, derhalve gaat het om iets anders.

Volgens theoloog Koert van Bekkum zou de Bijbeltekst symbolisch opgevat moeten worden, en wilde Jozua de 'heidense' zonnegod Shamash - aanbeden in Gibeon - onschadelijk maken (van Bekkum, p. 151, 162).


Rotatie van de Aarde om zijn as stopte

Als we de boeken van Dr. Immanuel Velikovsky en Zecharia Sitchin lezen, dan zou deze stilstand daadwerkelijk gebeurd zijn doordat de planeet Venus uit de buitenste regionen langs de Aarde scheerde en uiteindelijk in haar huidige baan kwam. Door deze kosmische bijna botsing zou de Aarde tijdelijk gestopt zijn in haar rotatie om haar as. Als bewijsmateriaal halen ze verschillende legenden aan uit de gehele wereld, bijvoorbeeld: Azteekse legenden geven sterk de indruk, dat de piramiden van de Zon en de Maan gebouwd werden ter herinnering aan de dag, waarop de zon niet opkwam. Deze gebeurtenis in Amerika is opgetekend in de kronieken van Montesinos, die een dag beschrijven, waarop de zon in de Andes verstek liet gaan. Deze ongewone gebeurtenis vond plaats in het derde jaar van de regering van de voor-Inca vorst Titu Yupanqui Pachacuti 11, toen "er twintig uur lang geen dageraad was". Sitchin heeft deze waarneming in exact 1391 v.C. gedateerd. Ook een zekere Sara L. Gardner heeft, in haar afstudeeropdracht aan de University of Arizona, gespeculeerd over deze tekst, zij suggereerde dat de opgerichte stenen te Tel Gezer in Israël een plaats is waar astronomische observaties werden gemaakt. Deze oprichting van de stenen zijn terug te dateren tot 1600 v.C. en zouden te maken hebben met de tekst in Jozua. Wat opvalt is dat er al honderden jaren zitten tussen deze twee verhalen. Als we de overige legenden zouden bekijken dan blijkt dat een precieze datering zeer moeilijk is vast te stellen, omdat ook deze zeer afwijken in tijd.

Als we naar de fysieke gevolgen kijken van een stop in de rotatie van de Aarde dan blijkt dat er een aantal zeer grote bezwaren hangen aan deze theorie. Eerst een korte natuurkunde les: U rijdt in een auto met grote snelheid, plotseling moet u remmen, wat gebeurd er? U vliegt vooruit. Dit zelfde zou ook gebeuren als de Aarde plotseling in haar rotatie zou stoppen, alles wat los zit zou van zijn plaats bewegen. Het water in de zeeën zouden door deze krachten grote overstromingen veroorzaken, al het water van de Middellandse Zee zou richting Israël gaan, met alle gevolgen van dien. Hier is in de tekst van Jozua geen sprake van, ook wordt dit niet genoemd in de vele legenden die deze heren aanhalen. Enige mogelijke uitzondering zou een Egyptische hiëroglief zijn vertaald door Fernand Crombette, waarin sprake is van een overstroming in Egypte.


Kosmische bijna botsing

Als we kijken naar de tweede theorie dat de aarde door een kosmische botsing in een andere baan om de Zon zou gaan draaien, dan kunnen we dat vergelijken met een emmer vol water welke we in de rondte draaien, als we dit hard genoeg doen dan valt er geen water uit, en nu komt het leuke als we de emmer loslaten dan blijkt dat het water niet direct uit de emmer valt. Dat het water uiteindelijk wel er uitgaat komt omdat er andere objecten in de buurt zijn zoals een balk of de grond waarmee de emmer in botsing komt. Dit is een voorbeeld van de middelpuntvliedende kracht. Een ander bekend voorbeeld van de middelpuntvliedende kracht is de getijdenwerking op Aarde, welke ontstaat door de zwaartekracht invloeden van de Maan en de Zon. Als volgens deze theorie een derde lichaam in de buurt van de Aarde zou komen, dan is het inderdaad mogelijk dat door de grote krachten de Aarde in een andere baan zou worden gebracht, echter ook hier kleven een aantal bezwaren. Door de krachten die dit derde lichaam op de Aarde (en de Maan) zou uitoefenen, zouden er grote spanningen op de aardkorst ontstaan met als gevolg dat er aardbevingen en grote vulkaanuitbarstingen zouden ontstaan. Ook zouden we gevolgen zien in de de getijdenwerking, deze zouden veranderen door de invloed van dit derde lichaam, met alle gevolgen als overstromingen of juist het droogvallen van dien. Tot slot is er nog een ander probleem, als de Aarde in een andere baan om de Zon zou gaan draaien dan zou dit ook invloed hebben op de temperatuur. Hoe verder van de Zon hoe kouder. Daarnaast al zouden al deze problemen opgelost zijn, dan blijft er nog een probleem over, in de observaties van de afgelopen eeuwen zouden we moeten merken dat er een verandering aanwezig was, bv. de rotatie van de Aarde zou moeten veranderen. Dit is niet geconstateerd.


Een Zonsverduistering

De theorie dat het een zonsverduistering zou zijn is zeer onwaarschijnlijk, bij een zonsverduistering bevindt de Maan zich voor de Zon, terwijl we in de tekst lezen dat deze zich bijna tegenovergesteld van elkaar bevonden: "Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon!" (Joz. 10:12).

Onder andere Eduard Mahler stelde de zonsverduistering van 31 januari 1296 v.C. voor (E. Mahler, Biblische Chronologie Und Zeitrechnung Der Hebräer, Wien 1887), terwijl John F.A. Sawyer die van 30 september 1131 v.C. voorstelde (J.F.A. Sawyer, “Joshua 10:12-14 and the Solar Eclipse of 30 September 1131 B.C.”, PEQ 104 (1972), pp. 139-146; J.F.A. Sawyer - F.R. Stephenson, “Literary and Astronomical Evidence for a Total Eclipse of the Sun Observed in Ancient Ugarit on 3 May 1375 B.C.”, Bulletin of theSchool of Oriental and African Studies 33/3 (1970), pp. 467-489).

In 2017 is door een drietal wetenschappers, onder leiding van Dr. Hezi Yitzhak, van de Beersheba’s Ben Gurion University deze theorie nieuw leven ingeblazen, waarbij ze poneren dat het om de verduistering van 30 oktober 1207 v.C. gaat ("שמש בגבעון דום וירח בעמק אילון״ — ליקוי חמה טבעתי ב–30 באוקטובר 1207 לפנה״ס?, בית מקרא 61.2, עמ' 238-196 Academia.com; The Times of Israel, 16-1-2017; Volkskrant, 21-1-2017) en die (in Israël) bijna vijfenhalve minuut duurde (NASA Eclipse website). Zij stellen dat het woord דֹּ֔ום dwōm H1826 alleen hier en in Psalm 37:7 voorkomt en "donker worden" betekend in plaats van de gangbare vertaling "stil worden/staan", deze betekenis kan men er inderdaad aangeven maar hoeft niet noodzakelijk zo te zijn (→ de hypothese "een storm"). Een korte blik in de concordantie geeft echter aan dat het 29 keer voorkomt en niet alleen in de door hen genoemde Bijbelpassages. Etymologisch blijkt dat דֹּ֔ום is terug te herleiden naar het Ugar. dmm "stil worden" (Klein, p. 127; → דֹּ֔ום H1826) en een onomatopee welke in veel verwante families en talen voorkomt. Er zijn meer bezwaren te noemen tegen deze verduistering, als nl. de Uittocht 480 jaar voor de bouw van de tempel van Salomo plaatsvond en als de Intocht veertig jaar na de Uittocht plaatsvond, zitten we twee eeuwen eerder dan 1207 v.C.. Een tweede punt is dat 1207 v.C. dicht bij de periode van de Merneptahs stele is. Ook al zal farao Merneptah Israël niet volledig hebben uitgeroeid ("Kanaän is gevangen in rampspoed. Ashkelon is overwonnen, Gezer geconfisqueerd, Yanoam bestaat niet meer, Israël is verwoest, zonder enig zaad." 1209 VCT), het is moeilijk denkbaar dat een Jozua, tijdens deze Egyptische overheersing, in staat is geweest grote delen van het land te bezetten zonder dat dit gedocumenteerd is in de Egyptische bronnen. Mochten de onderzoekers gelijk hebben dan zou het mogelijk om dezelfde verduistering gaan toen Odysseus naar Ithaca terugkeerde (St. P. Papamarinopoulos, P. Preka-Papadema, P. Antonopoulos, H. Mitropetrou, A. Tsironi en P. Mitropetros, "A New Astronomical Dating of Odysseus' Return to Ithaca", Mediterranean Archaeology and Archaeometry, [2012], Vol. 12, N°1, pp. 117-128).

In oktober 2017 is nogmaals door Colin Humphreys dit onder de aandacht gebracht (Astronomy & Geophysics, Vol. 58.5, 1 October 2017, Pages 5.39–5.42) en werd meteen tegengesproken (Mosaic, 8 nov. 2017).


Een storm

We kunnen ons afvragen, wat dan wel met deze zonstilstand wordt bedoeld. Prof. Dr. Claude Mariotini heeft reeds aangehaald dat vanuit het Hebreeuws ook een andere verklaring kan zijn, nl. dat Jozua helemaal niet vroeg of de Zon en de Maan stil moesten blijven staan, maar dat ze zich stil moesten houden. Met ander woorden, dat ze niet helderder moesten blijven schijnen, maar dat het Ajalon dal in duisternis moest blijven gehuld. Als dit waar is, dan wordt dit ondersteund door het eerder genoemde feit dat er een hagelstorm aanwezig was (→ De hagelbui bij Jozua). De details hiervan hebben we eerder besproken en toen is aangegeven dat over het algemeen zo'n hagelbui niet langer dan een 30 minuten aanhoudt. Echter in sommige gevallen wil het dat de wolken zo dik zijn dat er een duisternis voor langere periode kan optreden. Een bekend voorbeeld is de "Grote duisternis van Nieuw Engeland" op 19 mei 1780, waarvoor tot op heden geen goede verklaring voor is gegeven. Uit verslagen van die dag bleek dat het zeer donker was en dat men slechts met veel kaarslicht iets kon lezen.

Als deze situatie zich ook voordeed bij Jozua, dan blijkt dat hij van deze storm en latere duisternis veel voordelen had. Als eerste werden de vijanden gedecimeerd door de hagelstenen, door de aanhoudende duisternis konden de vijanden niet onderscheiden of hun doden nu door de hagelstenen of door het leger van Jozua waren gevallen. Jozua maakt gebruik van deze verwarrende situatie en valt ze aan blijft ze achtervolgen. Deze tactiek is een zeer bekende waarvan ook het Israëlische leger gebruik maakt door juist in de duisternis aan te vallen, al dan niet door eerst alle lichtbronnen (i.e. energiecentrales) uit te schakelen.


Een luchtspiegeling

De Italiaanse klimatoloog D. Camuffo (D. Camuffo (March 1990). "A meteorological anomaly in Palestine 33 centuries ago: How did the sun stop". Theoretical and Applied Climatology. Springer Wien. 41 (1): 81–85) kwam met de volgende verklaring voor de 'stilstaande' zon van Jozua. Allereerst dient de tekst volgens Camuffo niet al te letterlijk te worden opgevat. Omdat het verhaal in de Bijbel (volgens Camuffo) pas zes eeuwen later op schrift werd gesteld, ging het de auteur niet om een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van het verschijnsel, maar eerder om het benadrukken van een goddelijk ingrijpen. Volgens hem kan de oorspronkelijke tekst evengoed worden gelezen als: de zon maakte 'aan het einde van deze dag' geen haast om onder te gaan. Omdat de nieuwe dag volgens Joodse gewoonte direct na zonsondergang begint, duurde deze ene dag voort tot in de volgende dag.

Camuffo verwijst naar de hagelstenen die neerkwamen en waardoor het gebied heel even in een ijsvlakte veranderde. Als gevolg hiervan koelde de lucht vlak boven de grond zodanig af, dat een 'arctische luchtspiegeling' optrad. De zon kwam daardoor een paar zon diameters hoger aan de hemel te staan. Hoewel dat bij ondergaande zon in die streken neerkomt op een vertraging van maar enkele minuten, kan de indruk die dit verschijnsel naliet heel spectaculair zijn geweest. Terwijl Jozua met zijn leger de vijand achtervolgden, zagen zij de zon eerst ondergaan om daarna, toen zij aankwamen bij de met hagelstenen bedekte vlakte, zagen zij hoe de zon weer opnieuw boven de horizon uitkwam. Zo duurde de dag, die feitelijk al ten einde was, voort tot in de volgende dag.


Hoax

Zoals zo vaak zijn er altijd mensen die met veel fantasie weten te vertellen dat deze zon- en maanstilstand is bewezen. Dat hierbij wetenschappelijke bewijzen volledig aan de kant worden gezet hoeft geen betoog.

De missende dag en de NASA

Als de zon en de maan een dag hebben stilgestaan, valt dit dan te berekenen? Op internet zal men veel informatie hierover vinden en in veel van deze artikelen wordt vermeld dat sommige wetenschappers van de NASA de banen van verschillende planeten berekenden om zo de posities te bepalen van deze planeten in de toekomst. Op een gegeven moment ontdekten zij dat ze een "dag uit fase" liepen. Toevallig was er een geleerde die zich de passage van Jozua herinnerde en daarmee zou alles rechtgezet zijn.

Als we dit verhaal gaan controleren dan blijkt dat deze al bestond, zij het in een iets andere versie, voordat de NASA was opgericht. Dit verhaal komt (voor zover ik weet) voor het eerst voor bij een zekere Harry Rimmer die in zijn boek "The Harmony Of Science And Scripture" (1936) het volgende schreef (p. 281ev):

There is a book by Prof. C A Totten of Yale, written in 1890.... Professor Totten wrote of a fellow professor, an accomplished astronomer, who made the strange discovery that the earth was tweenty-four hours out of schedule! ... Prof. Totten challenged this man to investigate the question of the inspiration of the Bible. ... Some time later ... his colleague replied: "In the tenth chapter of Joshua, I found the missing twenty-four hours accounted for. Then I went back and checked up on my figures, and found that at the time of Joshua there were only 23 hours and 20 minutes lost." ... the astronomer ... read on until he came to the 38th chapter of the prophet Isaiah (Notitie:dit is dezelfde geschiedenis als in 2 Koningen 20).... So the accuracy of the book was established to the satisfaction of this exacting critic.

Deze Prof. Charles Adiel Lewis Totten was van 1889 tot 1892 werkzaam te Yale op de afdeling militaire wetenschappen en heeft inderdaad over dit onderwerp geschreven in zijn boek "Joshua's Long Day And The Dial Of Ahaz" (1890) de conclusies die hij trok waren de volgende:

We know from Daniel 9:27 and from various other passages (mostly in Revelation) that the public ministry of Jesus lasted three and a half years. Since He was crucified at the spring equinox, He must have begun to preach at the fall equinox. Since he began to preach when He was thirty years old, He must have been born at the fall equinox. Since the world was created 4000 years before He was born, the world was created on September 22, 4000 BC. Therefore this day must have been a Sunday. But calculating back using a calendar, we find that this date was a Monday. Therefore there is a missing 24 hours. Since 40 minutes of this are accounted for by the story in 2 Kings 20 (or Isaiah 38), we see that the "about a day" mentioned in Joshua 10 must account for the remaining 23 hours and 20 minutes. End of proof.

Wat opvalt is dat deze professor helemaal geen astronomische calculaties gebruikt. Later toen er steeds meer verwijzingen naar deze Totten werden gemaakt door mensen die wel wisten dat hij zich hier mee had bezig gehouden, maar niet wisten hoe hij deze berekeningen had gedaan, veronderstelden zij dat het dan wel om astronomische berekeningen moest gaan, tot uiteindelijk het verhaal zoals door Rimmer aangehaald was ontstaan.

Los van deze achtergrond, is er nog een andere reden om dit verhaal niet te geloven. Als de NASA werkelijk de posities van planeten wilde berekenen, dan zouden zij zich baseren op hedendaagse posities en controleerbare waarnemingen uit het recente verleden. Nu is het mogelijk om op basis van deze observaties de posities van planeten in het verleden te berekenen, echter dat zal nooit aanleiding geven dat er een dag mist. Op zijn hoogst zullen deze berekeningen op een bepaald moment de posities verkeerd aangeven. Immers een calculatie geeft alleen maar als resultaat de positie van een of meerdere planeten naar aanleiding van de ingegeven variabelen.

Deze berekeningen zullen dan ook nooit kunnen aangeven of "Jozua's lange dag" werkelijk heeft plaatsgevonden.


Aangemaakt 4 mei 2005, laatst bijgewerkt 15 november 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!