Ecclesiologie (of kerkleer) is de verzamelnaam voor het theologisch nadenken over het begrip kerk. Zowel in de vroege kerk als in de Middeleeuwen is hier nog geen sprake van, wel zijn er gelegenheidsgeschriften zoals van Augustinus in zijn strijd met het donatisme, maar in de systematische uiteenzettingen van de christelijke leer ontbreekt een aparte behandeling van de kerk. Pas tijdens de hervormingen in de 16de eeuw zien we het ontstaan van de ecclesiologie, waarbij het opvallend is dat in de eerste drukken van dogmatische hoofdwerken van zowel Melanchton (Loci communes) als Calvijn (Institutie) deze nog niet worden behandeld, in latere drukken zijn hierin toevoegingen gemaakt. Ook in de Rooms-Katholieke kerk zien we dat tijdens het Oecumenisch Concilie van Trente dit onderwerp wordt opgepakt.
Als eerste wordt bij gemeentes gesproken over apostelen, waarbij in Hebreeën 3:1 wordt gesproken dat Christus de allereerste apostel is. Wat is nu een apostel? Een apostel is een gezondene, Christus was de Gezondene door God Zijn Vader. In Handelingen 1:8 lezen we dan dat de discipelen getuigen (of gezondenen) waren, nog later zien we dat er nog meer gezondenen komen (Paulus, Barnabas). Zij werden gezonden door de gemeente van Antiochië om het evangelie te verkondigen. Wij zouden deze mensen nu zendelingen noemen, hoewel de meeste zendelingen tegenwoordig niet via een gemeente maar via een organisatie er op uit worden gestuurd. In 1 Corinthiërs 12:28 lezen we dat naast apostelen ook andere functies: profeten, leraars en personen welke bepaalde gaven hebben.
In de eerste instantie blijkt dat er dan tweetal soorten diensten zijn:
Nu wil ik niet betogen dat we allemaal weer naar huissamenkomsten moeten gaan, maar ik denk dat de huiselijke Bijbelstudies zeer goed overeenkomen met bovenstaande, daarnaast is het van groot belang dat alle broeders en zusters van een bepaalde gemeente regelmatig samenkomen. Echter als we samenkomen in zo'n grote ruimte kan dat tot passiviteit van de bezoekers leiden, men komt dan alleen samen voor de preek terwijl er weinig gelegenheid is voor het onderling contact. Ik denk dat alle samenkomsten van kinderen Gods doortrokken moeten zijn van een gezinssfeer. Immers wij zijn broers en zussen en dan is het logisch dat sommigen zich zo vrij voelen om vragen te stellen (cf. 1 Cor. 14: 35) of iets hebben te delen (cf. 1 Cor. 14: 26). Een ander iets wat me opviel is dat alle gemeentes plaatselijk gebonden zijn, altijd lees je van de gemeente van Rome, de gemeente van Efeze, de gemeente van Antiochië etc. Nog iets is dat er altijd maar sprake is van een gemeente, dus niet de gemeenten van Rome, de gemeenten van Efeze, maar altijd in enkelvoud. Dat wij tegenwoordig verschillende gemeenten hebben al naar gelang dogma is dus onschriftuurlijk (cf. 1 Cor. 3).
Het is enorm fijn als er steeds meer mensen bij de gemeente komen, maar waarom komen zij en waarom komen een hoop niet in de Bijbelstudies. Is dat niet een vraag die we eerst moeten beantwoorden? Is niet een van de taken van een gemeente om opgebouwd te worden, zijn er daarom geen leraars (lees broeders die de gemeente kunnen leren) in iedere gemeente? En wat moeten wij als gemeente dan wel niet leren? Is dat niet een betere kennis van Gods handelen, van Gods Woord? Dit lijkt mij een belangrijk beleidspunt. En wat voor visie, wat voor inzicht moeten we dan hebben? De laatste tijd is regelmatig de visie van Coca Cola aangehaald, maar misschien is het goed om eens hun andere beleidspunten te noemen (tussen "" het standpunt van Coca Cola):
Als ik de Efeziërs brief lees, dan vallen me een aantal kernwoorden op die slaan op bovenstaande: Het 1ste kernwoord is "zitten" (Ef. 2: 6) God heeft ons met Christus in de hemelse gewesten doen zitten en ik geloof dat iedere gelovige zijn geestelijk leven moet beginnen vanuit die plaats van rust. Ik denk dat dit het sleutelwoord en het geheim is van de werkelijke geloofservaring. Geestelijk zitten is eenvoudig ons gehele gewicht te laten rusten op de Heer. Wij laten Hem de verantwoordelijkheid dragen en houden op dit zelf te doen. Het managen van een gemeente wordt krijgt dan plotseling een geheel andere inhoud.
Het 2de kernwoord is "wandelen" (Ef. 4: 1) Als we uitgerust zijn en God's Kracht hebben opgedaan, pas dan kunnen we gaan wandelen waardig de roeping met welke we zijn geroepen, geheel vernieuwd in de geest van ons denken (cf. 4: 17, 23), kunnen we toetsen wat de Heer behaaglijk is (cf. 5:8, 10). Paulus schrijft hier iets over aan de Filippenzen (2:12, 13): "Bewerkt uw behoudenis met vreze en beven, want God is het, Die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt."
Het laatste en 3de kernwoord is standhouden (Ef. 6: 11) Op het moment dat we gaan wandelen zal ook onze tegenstrever actief worden, daarom moeten wij onze wapenuitrusting aandoen en standhouden.
Naar de kerk gaan is een voorrecht! Het woord delen met elkaar, psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingen met elkaar. God dankend en daarnaast vreugdevol geven. De brieven van Paulus zijn gestuurd naar kerkgemeenten om met ELKAAR te delen.
Dat is tegenwoordig niet anders. Wanneer je niet naar de kerk gaat dan eindig je met valse predikanten zoals Joyce Meyer, Joel Osteen Benny Hinn, etc. Er is namelijk niemand die je vermaant. Ik geloof dat een rebels gedrag tegenover de kerk meer zegt over de criticus dan over de kerk zelf. Je kunt kritiek hebben over de houding van de kerk, dat heb ik en anderen ook. Maar als je dan geen handen uit de mouwen steekt om het aan te pakken. Dan blijft het bij haatprediken.
Michelangelo Goeloe