De vorige keer eindigden we met de vraag van Pilatus "Wat is de beschuldiging tegen deze persoon?"
De aanklagers proberen deze vraag te ontwijken door Pilatus te overbluffen met het antwoord: ‘Als Hij geen misdadiger was, zouden we Hem niet aan u hebben overgeleverd!’ (Joh 18:30) Echter Pilatus laat zich niet overbluffen. Hij is de Joden tegemoet gekomen, door hen op het voorplein te ontvangen, maar een loopje laat hij niet met zich nemen. Spottend geeft hij hen dan ook ten antwoord: ‘Dan moet u Hem zelf maar volgens uw wet berechten’ (Joh 18:31). Pilatus weet dat hun macht beperkt is en dat zij, wanneer zij tot hem komen, niet buiten zijn toestemming kunnen. Hier laat de Romein de Joden voelen, ook bij gunstbetoon, wie de macht heeft. De Joden antwoordden dan ook: ‘Wij hebben het recht niet om iemand ter dood te brengen.’ (Joh 18:31)
Met dit laatste antwoord worden een aantal zaken duidelijk. Ze willen Christus ter dood brengen en Pilatus moet daaraan meewerken. Daarnaast, zal Christus niet op de Joodse wijze worden gedood, nl. door steniging. Hij moet sterven aan het kruis, op Romeinse wijze. Daarmee gaat dan ook de profetie van Christus zelf in vervulling: "Ikzelf moet van de aarde omhoog geheven" (Joh 12:32).
Pilatus laat zich niet overbluffen en de Joden komen dan ook met de beschuldigingen voor de dag, zij beginnen dan ook met "Wij hebben vastgesteld" (Luk 23:2), (beter hadden ze kunnen stellen "Wij hebben bedacht") en dan komen de beschuldigingen:
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!