SV | [Zodat] de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers inbrengen zou; [en] de koning antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man, die dit schrift lezen, en deszelfs uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met purper gekleed worden, met een gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde heerser in dit koninkrijk zijn. |
WLC | קָרֵ֤א מַלְכָּא֙ בְּחַ֔יִל לְהֶֽעָלָה֙ לְאָ֣שְׁפַיָּ֔א [כַּשְׂדָּיֵא כ] (כַּשְׂדָּאֵ֖י ק) וְגָזְרַיָּ֑א עָנֵ֨ה מַלְכָּ֜א וְאָמַ֣ר ׀ לְחַכִּימֵ֣י בָבֶ֗ל דִּ֣י כָל־אֱ֠נָשׁ דִּֽי־יִקְרֵ֞ה כְּתָבָ֣ה דְנָ֗ה וּפִשְׁרֵהּ֙ יְחַוִּנַּ֔נִי אַרְגְּוָנָ֣א יִלְבַּ֗שׁ [וְהַמֹּונְכָא כ] (וְהַֽמְנִיכָ֤א ק) דִֽי־דַהֲבָא֙ עַֽל־צַוְּארֵ֔הּ וְתַלְתִּ֥י בְמַלְכוּתָ֖א יִשְׁלַֽט׃ ס |
Trans. | qārē’ maləkā’ bəḥayil ləhe‘ālâ lə’āšəfayyā’ kaśədāyē’ kaśədā’ê wəḡāzərayyā’ ‘ānēh maləkā’ wə’āmar| ləḥakîmê ḇāḇel dî ḵāl-’ĕnāš dî-yiqərēh kəṯāḇâ ḏənâ ûfišərēhh yəḥaûinnanî ’arəgəwānā’ yiləbaš wəhammwōnəḵā’ wəhamənîḵā’ ḏî-ḏahăḇā’ ‘al-ṣaûə’rēhh wəṯalətî ḇəmaləḵûṯā’ yišəlaṭ: |
[Zodat] de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers, de Chaldeeën en de waarzeggers inbrengen zou; [en] de koning antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man, die dit schrift lezen, en deszelfs uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met purper gekleed worden, met een gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde heerser in dit koninkrijk zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
[Zodat] de koning met kracht riep dat men de sterrenkijkers, de Chaldeeën en de waarzeggers inbrengen zou; [en] de koning antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man, die dit schrift lezen, en deszelfs uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met purper gekleed worden, met een gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde heerser in dit koninkrijk zijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!