SV | Gij zult hem mildelijk geven, en uw hart zal niet boos zijn, als gij hem geeft; want om dezer zake wil zal u de HEERE, uw God, zegenen in al uw werk, en in alles, waaraan gij uw hand slaat. |
WLC | נָתֹ֤ון תִּתֵּן֙ לֹ֔ו וְלֹא־יֵרַ֥ע לְבָבְךָ֖ בְּתִתְּךָ֣ לֹ֑ו כִּ֞י בִּגְלַ֣ל ׀ הַדָּבָ֣ר הַזֶּ֗ה יְבָרֶכְךָ֙ יְהוָ֣ה אֱלֹהֶ֔יךָ בְּכָֽל־מַעֲשֶׂ֔ךָ וּבְכֹ֖ל מִשְׁלַ֥ח יָדֶֽךָ׃ |
Trans. | nāṯwōn titēn lwō wəlō’-yēra‘ ləḇāḇəḵā bəṯitəḵā lwō kî biḡəlal hadāḇār hazzeh yəḇāreḵəḵā JHWH ’ĕlōheyḵā bəḵāl-ma‘ăśeḵā ûḇəḵōl mišəlaḥ yāḏeḵā: |
Gij zult hem mildelijk geven, en uw hart zal niet boos zijn, als gij hem geeft; want om dezer zake wil zal u de HEERE, uw God, zegenen in al uw werk, en in alles, waaraan gij uw hand slaat.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij zult hem mildelijk geven, en uw hart zal niet boos zijn, als gij hem geeft; want om dezer zake wil zal u de HEERE, uw God, zegenen in al uw werk, en in alles, waaraan gij uw hand slaat.
![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!