SV | En gij zult eten de vrucht uws buiks, het vlees uwer zonen en uwer dochteren, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen |
WLC | וְאָכַלְתָּ֣ פְרִֽי־בִטְנְךָ֗ בְּשַׂ֤ר בָּנֶ֙יךָ֙ וּבְנֹתֶ֔יךָ אֲשֶׁ֥ר נָֽתַן־לְךָ֖ יְהוָ֣ה אֱלֹהֶ֑יךָ בְּמָצֹור֙ וּבְמָצֹ֔וק אֲשֶׁר־יָצִ֥יק לְךָ֖ אֹיְבֶֽךָ׃ |
Trans. | wə’āḵalətā fərî-ḇiṭənəḵā bəśar bāneyḵā ûḇənōṯeyḵā ’ăšer nāṯan-ləḵā JHWH ’ĕlōheyḵā bəmāṣwōr ûḇəmāṣwōq ’ăšer-yāṣîq ləḵā ’ōyəḇeḵā: |
En gij zult eten de vrucht uws buiks, het vlees uwer zonen en uwer dochteren, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult eten de vrucht uws buiks, het vlees uwer zonen en uwer dochteren, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!