SV | En gij zult weten, dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen Israëls gesproken hebt, zeggende: Zij zijn verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven. |
WLC | וְֽיָדַעְתָּ֮ כִּֽי־אֲנִ֣י יְהוָה֒ שָׁמַ֣עְתִּי ׀ אֶת־כָּל־נָאָֽצֹותֶ֗יךָ אֲשֶׁ֥ר אָמַ֛רְתָּ עַל־הָרֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל לֵאמֹ֣ר ׀ [שָׁמֵמָה כ] (שָׁמֵ֑מוּ ק) לָ֥נוּ נִתְּנ֖וּ לְאָכְלָֽה׃ |
Trans. | wəyāḏa‘ətā kî-’ănî JHWH šāma‘ətî ’eṯ-kāl-nā’āṣwōṯeyḵā ’ăšer ’āmarətā ‘al-hārê yiśərā’ēl lē’mōr šāmēmâ šāmēmû lānû nitənû lə’āḵəlâ: |
En gij zult weten, dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen Israëls gesproken hebt, zeggende: Zij zijn verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult weten, dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen Israëls gesproken hebt, zeggende: Zij zijn verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!