SV | Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde. |
WLC | וַיַּ֧רְא אֱלֹהִ֛ים אֶת־הָאָ֖רֶץ וְהִנֵּ֣ה נִשְׁחָ֑תָה כִּֽי־הִשְׁחִ֧ית כָּל־בָּשָׂ֛ר אֶת־דַּרְכֹּ֖ו עַל־הָאָֽרֶץ׃ ס |
Trans. | wayyarə’ ’ĕlōhîm ’eṯ-hā’āreṣ wəhinnēh nišəḥāṯâ kî-hišəḥîṯ kāl-bāśār ’eṯ-darəkwō ‘al-hā’āreṣ: |
Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!