SV | Wie heeft [wat] verkondigd van den beginne aan, dat wij het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar er is niemand, die het verkondigt, ook niemand, die [wat] horen doet, ook niemand, die ulieder woorden hoort. |
WLC | מִֽי־הִגִּ֤יד מֵרֹאשׁ֙ וְנֵדָ֔עָה וּמִלְּפָנִ֖ים וְנֹאמַ֣ר צַדִּ֑יק אַ֣ף אֵין־מַגִּ֗יד אַ֚ף אֵ֣ין מַשְׁמִ֔יעַ אַ֥ף אֵין־שֹׁמֵ֖עַ אִמְרֵיכֶֽם׃ |
Trans. | mî-higîḏ mērō’š wənēḏā‘â ûmilləfānîm wənō’mar ṣadîq ’af ’ên-magîḏ ’af ’ên mašəmî‘a ’af ’ên-šōmē‘a ’imərêḵem: |
Wie heeft [wat] verkondigd van den beginne aan, dat wij het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar er is niemand, die het verkondigt, ook niemand, die [wat] horen doet, ook niemand, die ulieder woorden hoort.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Wie heeft [wat] verkondigd van den beginne aan, dat wij het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar er is niemand, die het verkondigt, ook niemand, die [wat] horen doet, ook niemand, die ulieder woorden hoort.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!