SV | Hoort naar Mij, gij die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waaruit] gijlieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, [waaruit] gij gegraven zijt. |
WLC | שִׁמְע֥וּ אֵלַ֛י רֹ֥דְפֵי צֶ֖דֶק מְבַקְשֵׁ֣י יְהוָ֑ה הַבִּ֙יטוּ֙ אֶל־צ֣וּר חֻצַּבְתֶּ֔ם וְאֶל־מַקֶּ֥בֶת בֹּ֖ור נֻקַּרְתֶּֽם׃ |
Trans. | šimə‘û ’ēlay rōḏəfê ṣeḏeq məḇaqəšê JHWH habîṭû ’el-ṣûr ḥuṣṣaḇətem wə’el-maqqeḇeṯ bwōr nuqqarətem: |
Hoort naar Mij, gij die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waaruit] gijlieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, [waaruit] gij gegraven zijt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Hoort naar Mij, gij die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waaruit] gijlieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, [waaruit] gij gegraven zijt.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!