AB | Deze twee dingen zijn je overkomen, wie zal je beklagen? Er is de verwoesting en de vernietiging, en de honger en het zwaard. Wie zal je troosten? |
SV | Deze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en verbreking, en honger, en zwaard, [door] wien zal Ik u troosten? |
WLC | שְׁתַּ֤יִם הֵ֙נָּה֙ קֹֽרְאֹתַ֔יִךְ מִ֖י יָנ֣וּד לָ֑ךְ הַשֹּׁ֧ד וְהַשֶּׁ֛בֶר וְהָרָעָ֥ב וְהַחֶ֖רֶב מִ֥י אֲנַחֲמֵֽךְ׃ |
Trans. | šətayim hēnnâ qōrə’ōṯayiḵə mî yānûḏ lāḵə haššōḏ wəhaššeḇer wəhārā‘āḇ wəhaḥereḇ mî ’ănaḥămēḵə: |
Deze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en verbreking, en honger, en zwaard, [door] wien zal Ik u troosten?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Deze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en verbreking, en honger, en zwaard, [door] wien zal Ik u troosten?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!