SV | Als men [iemand] vernederen zal, en gij zeggen zult: Het zij verhoging; dan zal [God] den nederige van ogen behouden. |
WLC | כִּֽי־הִ֭שְׁפִּילוּ וַתֹּ֣אמֶר גֵּוָ֑ה וְשַׁ֖ח עֵינַ֣יִם יֹושִֽׁעַ׃ |
Trans. | kî-hišəpîlû watō’mer gēwâ wəšaḥ ‘ênayim ywōši‘a: |
Als men [iemand] vernederen zal, en gij zeggen zult: Het zij verhoging; dan zal [God] den nederige van ogen behouden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Als men [iemand] vernederen zal, en gij zeggen zult: Het zij verhoging; dan zal [God] den nederige van ogen behouden.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!