SV | Als een mens gezondigd, en tegen den HEERE door overtreding overtreden zal hebben, dat hij aan zijn naaste zal gelogen hebben van hetgeen hem in bewaring gegeven, of ter hand gesteld was, of van roof, of [dat] hij met geweld zijn naaste onthoudt; |
WLC | נֶ֚פֶשׁ כִּ֣י תֶחֱטָ֔א וּמָעֲלָ֥ה מַ֖עַל בַּיהוָ֑ה וְכִחֵ֨שׁ בַּעֲמִיתֹ֜ו בְּפִקָּדֹ֗ון אֹֽו־בִתְשׂ֤וּמֶת יָד֙ אֹ֣ו בְגָזֵ֔ל אֹ֖ו עָשַׁ֥ק אֶת־עֲמִיתֹֽו׃ |
Trans. | 6:2 = 5:21 nefeš kî ṯeḥĕṭā’ ûmā‘ălâ ma‘al baJHWH wəḵiḥēš ba‘ămîṯwō bəfiqqāḏwōn ’wō-ḇiṯəśûmeṯ yāḏ ’wō ḇəḡāzēl ’wō ‘āšaq ’eṯ-‘ămîṯwō: |
Als een mens gezondigd, en tegen den HEERE door overtreding overtreden zal hebben, dat hij aan zijn naaste zal gelogen hebben van hetgeen hem in bewaring gegeven, of ter hand gesteld was, of van roof, of [dat] hij met geweld zijn naaste onthoudt;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als een mens gezondigd, en tegen den HEERE door overtreding overtreden zal hebben, dat hij aan zijn naaste zal gelogen hebben van hetgeen hem in bewaring gegeven, of ter hand gesteld was, of van roof, of [dat] hij met geweld zijn naaste onthoudt;
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!