G71 ἄγω
leiden, meenemen, aanvoeren, feest vieren (een), gaan, weggaan, vertrekken

Bijbelteksten

Handelingen 23:31De krijgsknechten dan, gelijk hun bevolen was, namen Paulus, en brachten hem des nachts tot Antipatris.
Handelingen 25:6En als hij onder hen niet meer dan tien dagen doorgebracht had, kwam hij af naar Cesarea; en des anderen daags, op den rechterstoel gezeten zijnde, beval hij, dat Paulus zou [voor]gebracht worden.
Handelingen 25:17Als zij dan gezamenlijk alhier gekomen waren, zo heb ik, geen uitstel nemende, des [daags] daaraan op den rechterstoel gezeten, en beval, dat de man zoude [voor]gebracht worden;
Handelingen 25:23Des anderen daags dan, als Agrippa gekomen was en Bernice, met grote pracht, en als zij ingegaan waren in het rechthuis, met de oversten over duizend, en de mannen, die de voornaamsten de stad waren, werd Paulus op bevel van Festus [voor]gebracht.
Handelingen 28:11En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.
Romeinen 2:4Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?
Romeinen 8:14Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.
1 Corinthiers 12:2Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heengetrokken, naar dat gij geleid werdt.
Galaten 5:18Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
1 Thessalonicensen 4:14Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, [weder]brengen met Hem.
2 Timotheus 3:6Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden;
2 Timotheus 4:11Lukas is alleen met mij. Neem Markus mede, en breng [hem] met u; want hij is mij zeer nut tot den dienst.
Hebreeen 2:10Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen.
Jakobus 4:13Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en koopmanschap drijven, en winst doen.
Jakobus 5:1Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech